Samengestelde zinnen bestaan dus altijd uit minimaal twee zinnen; beide zinnen hebben verder een eigen persoonsvorm.
Zinnen waarin de persoonsvorm en het onderwerp direct naast elkaar staan, noemen we
hoofdzinnen. Die bevatten de hoofdboodschap van de samengestelde zin. Staat de persoonsvorm niet direct naast het onderwerp, dan hebben we te maken met een
bijzin.
[1a] Zolang daders (ow) zich schamen (pv) voor hun gedrag, [1b] duurt (pv) de mishandeling (ow) voort. [1a] bz + [1b] hz
[2a] Help (pv) je (ow) de dader, [2b] dan help (pv) je (ow) dus ook het slachtoffer. [2a] hz + [2b] hz