Hoofdstuk 7: werkwoorden

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E

Vandaag...
- dagopening
- stillezen
- herhaling grammatica H7
- grammatica H6 + H7nakijken


Leerdoel:
- Ik leer wat de kenmerken en functie van zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn in een zin.
- Ik kan deze woordsoorten herkennen in een zin.
Huiswerk maandag 12 december 
Maken: H6: opdr. 1, 2, 5, 6, 7 (blz. 26-29)

Huiswerk maandag 19 december:
H7: opdr. 1, 2, 6 (blz. 30-33)

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E

Vandaag...
- dagopening
- stillezen
- herhaling grammatica H7
- grammatica H6 + H7nakijken


Leerdoel:
- Ik leer wat de kenmerken en functie van zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn in een zin.
- Ik kan deze woordsoorten herkennen in een zin.
Huiswerk maandag 12 december 
Maken: H6: opdr. 1, 2, 5, 6, 7 (blz. 26-29)

Huiswerk maandag 19 december:
H7: opdr. 1, 2, 6 (blz. 30-33)

Slide 1 - Slide

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Samengevat:

Werkwoordsvormen geven (o.a.) de tijd van een zin aan:

  • onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)                                                                   ik roep
  • onvoltooid verleden tijd (ovt)                                                                                 ik riep
  • voltooid tegenwoordige tijd (vtt)                                                     ik heb geroepen
  • voltooid verleden tijd (vvt)                                                                  ik had geroepen


Slide 3 - Slide

Wij zijn in de vakantie naar Londen geweest.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 4 - Quiz

Ik zal zeker een voldoende halen voor de toets.
A
vttt
B
ottt
C
ovtt
D
vvtt

Slide 5 - Quiz

Ik heb de fiets van mijn zus gerepareerd.
A
vtt
B
ovt
C
vvt
D
ott

Slide 6 - Quiz

Zou jij dat ook zo hebben gedaan?
A
vttt
B
vvtt
C
ovtt
D
vvt

Slide 7 - Quiz

Onze buren hebben een prachtige tuin.
A
vtt
B
vttt
C
ott
D
ovtt

Slide 8 - Quiz

Mijn moeder zou ook wel eens kunnen afdrogen.
A
ottt
B
ovtt
C
vttt
D
vvtt

Slide 9 - Quiz

Samengevat:

Andere werkwoordsvormen zijn:
  • het hele werkwoord (infinitief) 
Zij wilden graag schaatsen.
  • het voltooid deelwoord.
Zij hebben geschaatst.
  • het onvoltooid deelwoord (hele werkwoord + d of de)
Schaatsend zoefden ze voorbij.


Slide 10 - Slide

Zij gaat altijd fluitend naar haar werk.
A
fluitend = inf.
B
fluitend = volt.dw.
C
fluitend=onv. deelw.

Slide 11 - Quiz

Hebben jullie alle vragen beantwoord?
A
inf.
B
volt. deelw.
C
onvolt. deelw.

Slide 12 - Quiz