Klas 4 bewegen vallen

Vallen                                   Klas 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vallen                                   Klas 4

Slide 1 - Slide

Herhalen 
Snelheid:   


v= snelheid
s= afstand
t= tijd
v=ts

Slide 2 - Slide

Om a te berekenen: 

a= versnelling in m/s2
vb = beginsnelheid in m/s
ve = eindsnelheid in m/s
t = tijd in s
a=tvbve

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Wat gebeurd er als een voorwerp valt?

Slide 4 - Slide

6.5 Vallen
Voorwerpen vallen omdat de zwaartekracht er aan het voorwerp trekt
Vrijeval is een val beweging waarbij er geen luchtwrijving is
Een vrijval is dan ook een eenparig versnelde beweging (10 m/s2)
Om te kunnen bewegen heb je energie nodig


Slide 5 - Slide

Dus ook om te vallen
zwaarte-energie (potentiele energie) is de energie die in een voorwerp zit voordat het gaat vallen. 
Formule :
Ez = zwaarte-energie in J
Fz= zwaarte kracht in N
h = hoogte in m

Ez=Fzh

Slide 6 - Slide

Fz bereken je met 
Als je dit invult in de formule voor zwaarte- energie dan krijg je



Fz=mg
Ez=mgh

Slide 7 - Slide

1

Slide 8 - Video

03:45
Hoe hoog komt de tennisbal?

Slide 9 - Open question

Op het moment dat een voorwerp gaat vallen wordt de zwaarte energie omgezet naar beweging en krijg je bewegingsenergie (Kinetische energie)
De formule die hier bij hoort is:
Eb = bewegingsenergie in J
m = massa in kg
v = snelheid in m/s

Eb=21mv2

Slide 10 - Slide

1

Slide 11 - Video

03:51
Bereken hoe snel je gaat.

Slide 12 - Open question

Leg uit wat de wet behoud van energie betekend

Slide 13 - Open question

Wat is een vrije val?
A
Beweging met veel luchtweerstand
B
Beweging met een klein beetje luchtweerstand
C
Beweging zonder luchtweerstand
D
Beweging met negatieve luchtweerstand

Slide 14 - Quiz

Ez
A
Bewegingsenergie
B
zwaarte energie
C
chemische energie
D
elektrische energie

Slide 15 - Quiz

welke waarde gebruik je voor g
A
11
B
9
C
8
D
10

Slide 16 - Quiz

Welke eenheid wordt er gebruikt voor de massa
A
kg
B
g
C
mg

Slide 17 - Quiz

De zwaarte-energie van een voorwerp is 1567 J. Hoe groot is de bewegingsenergie?
A
1570 J
B
1677 J
C
1567 J
D
0 J

Slide 18 - Quiz

Een bal van 1,5 kg wordt van 5 meter hoogte losgelaten. Hoe groot is de zwaarte energie vlak voor de bal valt.

Slide 19 - Open question

Wat gebeurd er als een voorwerp valt?
(natuurkundig)

Slide 20 - Mind map

Wat vind je moeilijk?

Slide 21 - Mind map