ORIËNTATIE THEMA + LEERDOELEN

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. Vooraf:
   Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
   
   
2. Instructie:
   Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
   
   
3. Toepassing:
   Actieve verwerking, Formatief handelen 
   
   
4. Evaluatie:
   Afsluiting

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Inleiding

Een groot deel van je leven ben je aan het werk.

Je kunt daarom het beste een baan zoeken die past bij wat je leuk vindt.

Als je van koken houdt, dan zou je kok kunnen worden.

Als je tuinieren heel leuk vindt, kun je hovenier worden.

Om een baan te krijgen moet je soms een sollicitatiebrief sturen, een sollicitatiegesprek voeren en een contract tekenen. Ook deze onderwerpen kom je tegen in de hoofdstukken van dit thema. 

           Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

kun je vertellen wat het thema van deze periode is.

begrijp je de leerdoelen en kun je vertellen:

   » wat je al kunt/weet/begrijpt

   » wat je nog niet kan/weet/begrijpt

   » welk doel je belangrijk vindt voor school

   » welk doel je belangrijk vindt voor thuis/werk

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Wat voor werk zou jij leuk vinden om (later) te doen?

           Aan de slag

We lezen en maken met elkaar de opdrachten.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Opdracht 1

Je gaat memory spelen met een klasgenoot:

1. Knip 'Knipblad memory' (16 kaartjes) uit. 
2. Schud de kaartjes en leg ze op een stapel.
3. Lees de spelregels goed door.

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Opdracht 1

Speel met een klasgenoot het spel 'Memory'. Doe het zo:

• Leg de kaartjes volgens het voorbeeld in rijen op tafel.
• Zorg ervoor dat de tekst en de plaatjes naar beneden liggen.
• Bespreek de spelregels.
• Speel het spel.

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Opdracht 2

We beluisteren zo samen het fragment 'De dag van een buschauffeur' op Studiemeter. 

Lees nu alvast de vragen door, zodat je weet waar je op kunt letten.

Opdracht 2

Geef nu antwoord op de vragen over jezelf:

1. Welk beroep lijkt jou leuk?
2. Waarom past dit beroep goed bij jou?
3. Noem twee dingen die je goed moet kunnen voor dit beroep. Leg uit.
4. Je wilt meer weten over dit beroep. Bedenk twee vragen die je kunt stellen aan iemand die dit beroep heeft.

Leerdoelen p2

In je boek op blz. 242 en 243 vind je de leerdoelen bij deze periode. Lees ze door en beantwoord de vragen:

• Wat kun, weet, of begrijp je al?
• Wat kun, weet of begrijp je nog niet?
• Welk doel vind je vooral belangrijk voor school?
• Welk doel vind je vooral belangrijk voor thuis of op je werk?

Leerdoelen p2

In je boek op blz. 242 en 243 vind je de leerdoelen bij deze periode. Lees ze door en beantwoord de vragen:

• Wat kun, weet, of begrijp je al?
• Wat kun, weet of begrijp je nog niet?
• Welk doel vind je vooral belangrijk voor school?
• Welk doel vind je vooral belangrijk voor thuis of op je werk?

Opdracht

Ook bij dit thema leer je weer een aantal nieuwe woorden.

Misschien ken je er zelfs al een aantal!

Kijk maar eens in Quizlet, en oefen met de betekenissen.

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• kun je vertellen wat het thema van deze periode is.
• begrijp je de leerdoelen en kun je vertellen:
     » wat je al kunt/weet/begrijpt
     » wat je nog niet kan/weet/begrijpt
     » welk doel je belangrijk vindt voor school
     » welk doel je belangrijk vindt voor thuis/werk

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

           Afsluiting

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Begrippen
           uit deze les

Beroepen

Leerdoelen

Eindslide.

In deze les heb je gekeken naar de leerdoelen. Wat kan en weet je al en wat moet je nog leren. 

We hebben geluisterd naar beroepen en memory gespeeld.

Lees voor de volgende les de woordenlijst door op bladzijde 246.