Les klas 1 - terminer chapitre 3

Bientôt le printemps!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Bientôt le printemps!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Aujourd'hui
- (Herhaling) bezittelijk vnw
- Apprenez pour le contrôle
- Faites chapitre 4
- Kahoot




Slide 3 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Le pronom possessif

Slide 4 - Slide

Leerdoel: 
- aan het einde van de les herken ik het bezittelijk voornaamwoord in een Franse zin
- aan het einde van de les kan ik een zin maken met het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Slide 5 - Slide

In welke zin staat een bezittelijk voornaamwoord?
A
Ik heb een grote hond.
B
Ik heet Jan.
C
Dat zijn mijn ouders.
D
Heb jij een nieuwe fiets?

Slide 6 - Quiz

Uitleg bezittelijk voornaamwoord






Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 7 - Slide

Uitleg bezittelijk voornaamwoord
Let op: als het znw vrouwelijk is en begint met een klinker/ stomme h, gebruik dan de mannelijk vorm (mon,ton,son)

BV: Mijn vriendin heet Marie - Mon amie s'appelle Marie 
                                                               DUS NIET: ma amie s'appelle Marie 

Slide 8 - Slide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

Hoe weet je of een
woord m/v/mv is?

Slide 10 - Mind map

onze ouders
A
vos parents
B
ses parents
C
leurs parents
D
nos parents

Slide 11 - Quiz

(hun) ... plage (v)
A
leurs
B
notre
C
votre
D
leur

Slide 12 - Quiz

C'est ... père.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 13 - Quiz

mijn school (m)
A
ma collège
B
mes collège
C
mon collège
D
tes collège

Slide 14 - Quiz

jouw tafel (v)
A
ton table
B
tes tables
C
ta table

Slide 15 - Quiz

mijn vriend
A
mon ami
B
mes ami
C
ma ami

Slide 16 - Quiz

haar tuin ( m)
A
son jardin
B
ses jardins
C
sa jardin

Slide 17 - Quiz

jouw spullen (mv)
A
ton affaires
B
tes affaires
C
ta affaires
D
mes affaires

Slide 18 - Quiz

zijn kamer (v)
A
ses chambre
B
son chambre
C
ton chambre
D
sa chambre

Slide 19 - Quiz

onze klas
A
vos classe
B
notre classe
C
leurs classe
D
nos classe

Slide 20 - Quiz

mijn vriendin
A
ma amie
B
mon amie
C
mes amies
D
mes amis

Slide 21 - Quiz

Vertaal "Dat is MIJN zus."

C'est ___ soeur.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 22 - Quiz

Vertaal: "Dat zijn MIJN boeken."

Ce sont ___ livres.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 23 - Quiz

Vertaal: "Luc is MIJN broer."


Luc est ___ frère.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 24 - Quiz

LET OP! 

Slide 25 - Slide

Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans toepassen.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Slide

Vous êtes dans la même classe?

Slide 28 - Open question

Tu as quelles matières le vendredi?

Slide 29 - Open question

Tu es fort(e) en français?

Slide 30 - Open question

Qui est ton/ta prof de français?

Slide 31 - Open question

Elle est sévère?

Slide 32 - Open question

Zelfstandig werken
- Apprenez pour le contrôle

- Faites chapitre 4:
- Deel 1 op pagina 137, herhaling chapitre 1: opdracht 1abc, 2abc, 3b, 4abc, 5abc & 6
- Deel 2 op pagina 143, herhaling chapitre 1 & 2: opdracht 7abc, 8abc, 10abc, 11abc & 12
- Deel 3 op pagina 150/151, herhaling chapitre 1, 2 & 3: opdracht 13abc, 14abc, 16ac, 17abc & 18

timer
15:00

Slide 33 - Slide

Zelfstandig werken


- Apprenez pour le contrôle

- Faites chapitre 4:
Deel 1 op pagina 137, herhaling chapitre 1: opdracht 1abc, 2abc, 4ab, 5abc & 6
Deel 2 op pagina 143, herhaling chapitre 1 & 2: opdracht 7abc, 8abc, 10abc, 11abc & 12
Deel 3 op pagina 150/151, herhaling chapitre 1, 2 & 3: opdracht 13abc, 14abc, 16b, 17abc & 18.
timer
15:00

Slide 34 - Slide

Les devoirs
Faire (maken)
Ga verder met chapitre 4 
Apprendre (leren):
-leren voor het SO

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Merci pour ton travail et ton attention!

Au revoir!

Slide 38 - Slide