This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Tekens bij woorden
Slide 1 - Slide
Examens Nederlands
Dinsdag 16 mei: examen Lezen en Luisteren
toetsen Lez 3, 4 en Luis 1, 2 gemaakt
oefenexamen Facet gemaakt
Spreken en Gesprekken voeren (22 mei)
Recht & Klacht afgerond
Schrijfexamen (datum volgt)
alle schrijfopdrachten gemaakt
Slide 2 - Slide
Nu Nederlands
Grammatica en spelling 5.3 Tekens bij woorden
Doel:
Je gebruikt apostrofs, trema’s, accenten en weglatingsstreepjes correct.
Slide 3 - Slide
Welke (spellings)tekens?
Apostrof '
trema ë, ï, ü
accent: é, è, ê
weglatingsstreepje -
Slide 4 - Slide
Wat weet je nog van de regels hierover?
Slide 5 - Open question
De apostrof
gebruik je bij meervoud en bezit, als je het woord anders verkeerd zou uitspreken.
taxi’s, drama’s, baby’tje
om bezit aan te geven na een s-klank, z-klank of x-klank.
Lex’ vader, Annelies’ tas
gebruik je bij weglating.
‘s avonds, 's-Hertogenbosch
bij afkortingen, cijfer- en letterwoorden.
mbo’er, A4’tje, sms’en
Slide 6 - Slide
Welk woord is juist gespeld?
A
Pim's moeder
B
vmbo'er
C
cafe's
D
spray's
Slide 7 - Quiz
Trema
Aangeven dat er bij die letter een nieuwe klank begint. Bijv: financiële, egoïstisch, reünie
Ook trema bij samengestelde telwoorden: drieëntwintig
Je gebruikt geen trema op woorden die uit een andere taal overgenomen zijn, waar ook geen trema gebruikt wordt. Bijvoorbeeld: museum, petroleum, elektricien
Alleen een trema als het woord zonder trema verkeerd kan worden uitgesproken. Daarom geen trema op: buiig, draaiing, verfraaiing, vergroeiing, gearresteerd
Slide 8 - Slide
Goed gespeld
Fout gespeld
opticien
tweeenvijftig
beëindigen
geupload
Slide 9 - Drag question
Wel of geen extra e?
Categorie, bacteriën en calorieën
Een woord dat eindigt op –ie, wordt in het meervoud –iën of –ieën. De extra -e- wordt toegevoegd als de klemtoon op de laatste lettergreep valt.
calorieën
categorieën
bacteriën
Slide 10 - Slide
Welk woord is goed gespeld?
A
financiën
B
financien
C
financieen
D
financieën
Slide 11 - Quiz
Het accent
om aan te geven of je de klank kort of lang uitspreekt
café, logé, enquête, scène, hé, hè
om klemtoon aan te geven (accent naar rechts).
Ik denk dat we dat juist wél moeten doen.
Slide 12 - Slide
Het weglatingsstreepje
gebruik je om aan te geven dat je een deel van het woord weglaat.
Voordelen en nadelen = voor- en nadelen
ochtendpauze en middagpauze = ochtend- en middagpauze
Slide 13 - Slide
Verbeter onderstaande zin:
Tatjana s baas vraagt zijn medewerkers om een paar reele ideeen voor de bijeenkomst.