Persoonlijke voornaamwoorden

1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welk woord past in de volgende zin?
............. maakt een foto.
A
ik
B
jij
C
wij

Slide 3 - Quiz

Welk woord past in de zin?
...................... staan achteraan.
A
ik
B
hij
C
jullie

Slide 4 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Waarom lacht .............. nooit op een foto?
A
hij
B
ik
C
jullie

Slide 5 - Quiz

Persoonlijke voornaamwoorden
De woorden die je net hebt gekozen in voorgaande oefeningen, zijn persoonlijke voornaamwoorden. In de volgende oefeningen moet je het persoonlijk voornaamwoord kunnen vinden

Slide 6 - Slide

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
Tu as un frère

Slide 7 - Open question

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
Oui, j'ai un frère.

Slide 8 - Open question

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
Il a quel âge?

Slide 9 - Open question

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
Il a 13 ans

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

On of nous? (=wij)
In spreektaal gebruik je vaak 'On' Let op: on betekent ook men.
Geschreven taal: nous

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Le verbe avoir
Schrijf aan de hand van het filmpje alle vormen op in je schrift. 

Slide 14 - Slide

Il en elle vervangen?
Dat kan!
--> Il = jongen/ man vb Lodewijk
--> elle = meisje/ vrouw vb Jorieke

Slide 15 - Slide

ils en elles vervangen?
Ook dat kan!
--> ils = jongens of mannen vb Sem et Liam
--> elles = meisjes of vrouwen vb Lucy et Stephanie

Slide 16 - Slide

onderwerp = meisje en jongen
Altijd ils!!
vb Sigchelen et Jochem ont un chat.
Ils ont un chat.

Slide 17 - Slide

Inoefenen
exercice 31
+ afbeelding in slide hieronder

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide