Een verhaal spannend maken:1. De hoofdpersoon is in gevaar. Jij wilt graag weten hoe het verdergaat met hem/haar en dus lees/kijk je verder.
2. Het verhaal speelt zich af op een bijzondere, of enge plek. Bijv. in een dichtbegroeid bos, in een leegstaand gebouw of in een donkere trein.
3. Er is een raadsel of een geheim. Je bent benieuwd naar de oplossing en dus lees/kijk je door.