H3.3 Monohybride kruisingen


Wat heeft Gregor Mendel  te maken met hoe groot het risico is dat ik net zoals mijn vader vroegtijdig kaal ga worden? 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Wat heeft Gregor Mendel  te maken met hoe groot het risico is dat ik net zoals mijn vader vroegtijdig kaal ga worden? 

Slide 1 - Slide

Gregor Mendel
Gregor Mendel is de grondlegger van de moderne genetica. Mendel bestudeerde in het klooster door middel van kweekproeven de overerving van eigenschappen van onder andere erwten en stelde een theorie op over hoe eigenschappen zich gedragen bij overerving en kruising. Hij ging er hierbij vanuit dat de eigenschappen van gameten kunnen worden beschouwd als vaste eenheden en dat de combinatie van twee van die eenheden zou bepalen wat voor eigenschap er tot uitdrukking zou komen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.3 Monohybride kruisingen
  • Je kunt van een monohybride kruising een kruisingsschema opstellen.
  • Je kunt de frequentie van genotypen en fenotypen van nakomelingen bij een monohybride kruising afleiden uit een kruisingsschema of stamboom.

Slide 3 - Slide

Je geeft je genen door via eicellen en zaadcellen. 

Deze bevatten de helft van jouw chromosomen.

Van ieder paar 1.

Slide 4 - Slide

Monohybride Kruising
Overerving van 1 eigenschap
1 eigenschap = 1 genenpaar

overerven = het doorgeven van erfelijke eigenschappen van ouder op kind

Slide 5 - Slide

'monohybride kruisingen' 
Een enkele eigenschap, (vb. vachtkleur)

Slide 6 - Slide

'monohybride kruisingen' 
Hoe pak je dit aan? 
  1. Wat zijn de fenotypen van de ouders?
  2. Wat zijn de genotypen van de ouders? 
  3. Welke allelen kunnen de geslachtcellen van                                                       beide ouders bevatten?  
  4. Welke mogelijkheden bestaan er                                                                                       voor de versmelting van een eicelkern                                                                       en een zaadcelkern? => Kruisingsschema



Het gen voor  bruine vachtkleur erft dominant over. Twee (heterozygote) bruine labradors  paren, wat is de kans op blonde puppy's? 

Slide 7 - Slide

A = bruin, a = blond

P:                fenotype: ............................ x ...............................
                   genotype: ........................... x ...............................
Geslachtscellen:      ......... of ...........         ........  of ...........

Kruisingsschema

Slide 8 - Slide

A = bruin, a = blond
                                               vrouw:          man:
P:                fenotype:            bruin  x   bruin
                   genotype:               Aa    x      Aa
Geslachtscellen:                    A of a       A of a

Kruisingsschema
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 9 - Slide

Thema 3
Genetica
Monohybride kruisingen

Slide 10 - Slide

- 257 wit
- 749 paars

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

1

2

3

Slide 15 - Slide

Wat is de F2???
 Bij planten kan de F2 ook ontstaan na zelfbestuiving van planten in de F1. Hierbij wordt stuifmeel van meeldraden overgebracht op de stempels van bloemen die zich aan dezelfde plant bevinden.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

één regel bij
autosomale kruisingen!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Oefenen met stambomen
  • Werkblad stambomen + monohybride kruisingen (nakijken) 
  • Opdracht 37 & 38 
    (beter om deze op papier uit te werken, want online klopt de opgave niet). 

 

Slide 20 - Slide

                         opdr 38    (DNA technieken)

Slide 21 - Slide