verzekeren

Quiz verzekeren 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Quiz verzekeren 

Slide 1 - Slide

Na een tandartsverzekering te hebben afgesloten nog maar 1x per dag je tanden poetsen is een voorbeeld van..
A
averechtse selectie
B
asymmetrische informatie
C
moral hazard
D
risico-aversie

Slide 2 - Quiz

Moral hazard
Wanneer je zelf niet meer de financiële gevolgen draagt, want je bent verzekerd, kan het zijn dat je minder verantwoordelijk gedrag gaat vertonen.
Niet altijd in je eigen voordeel..

Slide 3 - Slide

Een verzekerde die wel weet hoe gezond of verantwoordelijk hij/ zij is, maar de verzekeraar niet, noemen we
A
averechtse selectie
B
asymmetrische informatie
C
moral hazard
D
risico-aversie

Slide 4 - Quiz

Asymmetrische informatie
De verzekeraar weet niet wat hij als klant (slecht/ goed risico) in huis haalt. Statistieken, vragenlijsten en je gedrag uit het verleden kunnen hierdoor de hoogte van je premie medebepalen.

Slide 5 - Slide

Mensen die zich voor elk klein risico willen verzekeren zijn hebben last van
A
averechtse selectie
B
asymmetrische informatie
C
moral hazard
D
risico-aversie

Slide 6 - Quiz

Risico aversie
Nederland is kampioen verzekeren: we houden niet van risico nemen. Tenzij het in een gokhal of casino is.
Zo betalen wij brave Nederlanders meer premie dan we claimen, jaar in jaar uit.

Slide 7 - Slide

Het verschijnsel dat mensen zich, omdat ze toch verzekerd zijn en financieel zo weinig risico lopen, roekelozer gaan gedragen noemen we..
A
averechtse selectie
B
asymmetrische informatie
C
moral hazard
D
risico-aversie

Slide 8 - Quiz

Het fenomeen waar de goede risico's afhaken
(want € premie> claims) maar alle slechte risico's juist blijven (want € premie< claims) waardoor de premie stijgt en de verzekering onbetaalbaar dreigt te worden noemen we..
A
averechtse selectie
B
asymmetrische informatie
C
moral hazard
D
risico-aversie

Slide 9 - Quiz

Averechtse selectie
Een serieus probleem, want logischerwijs zijn slechte risico's eerder geneigd zich te verzekeren dan goede risico's. Gelukkig zijn er enkele oplossingen mogelijk..

Slide 10 - Slide

Oplossingen voor het probleem averechtse selectie zijn het instellen van:
A
1. moral hazard 2. eigen risico 3. premie verhogen
B
1. eigen risico 2. premiedifferentiatie 3. risico-aversie
C
1. premiedifferentiatie 2. eigen risico 3. maximum claimbedrag
D
1. maximum claimbedrag 2. eigen risico 3. premie verhogen

Slide 11 - Quiz

oplossingen averechtse selectie
1. premiedifferentiatie 
goede risico's lagere premie, slechte risico's hogere premie
2. eigen risico 
eerste deel zelf betalen
3. maximum claimbedrag
claims worden (per kalenderjaar) boven een bepaald bedrag niet meer vergoedt/ uitbetaald

Slide 12 - Slide

Het instellen van eigen risico betekent
A
dat iedereen een procentueel deel van zijn claims moet meebetalen
B
dat iedereen het eerste bedrag aan schadeclaims zelf moet betalen
C
dat klanten alles boven een maximum bedrag zelf moeten betalen
D
dat de goede risico's meer moeten betalen dan de slechte risico's

Slide 13 - Quiz

slechte risico's zijn klanten die..
A
oud zijn
B
klanten die meer premie betalen dan claims indienen
C
klanten die veel risico nemen
D
klanten die meer claimen dan premie betalen

Slide 14 - Quiz

slechte risico's 
zijn niet per definitie oud of roekeloos. Ouderen kunnen gezond oud worden (zonder pillen of zorg), 
mensen die risico's nemen hoeven niet perse brokken te maken en te claimen. 

Slechte risico's 
CLAIMEN MEER DAN ZE BETALEN.

Slide 15 - Slide

bij het bonus/ malus systeem..
A
betalen goede en slechte risico's evenveel premie
B
hangt je premie af van schadevrije jaren
C
krijgen slechte risico's korting op hun premie
D
hanteren ze niet een vorm van premiedifferentiatie

Slide 16 - Quiz

de basiszorgverzekering is een voorbeeld van..
A
collectief verzekeren
B
particulier verzekeren
C
vrijwillig verzekeren
D
averechtse selectie

Slide 17 - Quiz

basiszorg
In Nederland is de zorg relatief betaalbaar omdat IEDEREEN boven de 18 jaar meebetaalt. 
Verplicht te betalen premie dus, maar je krijgt zorgtoeslag wanneer je te weinig verdient. 

Slide 18 - Slide

De Nederlandse basiszorg is gebaseerd op het principe van
A
profijtbeginsel
B
draagkrachtbeginsel
C
solidariteitsbeginsel
D
kapitaaldekkingsstelsel

Slide 19 - Quiz

Voor elkaar zorgen
- profijtbeginsel:
wanneer je ergens gebruik van maakt, betaal je ervoor
- draagkrachtbeginsel:
sterkste schouders dragen de (financieel) zwaarste lasten 
- solidariteitsbeginsel:
groepsbelang boven individueel (eigen-)belang

Slide 20 - Slide

Aanvullende zorgverzekeringen (zoals extra fysio, bril, tandarts) zitten niet in het basispakket en vallen onder..
A
collectieve verzekeringen
B
bonus/ malus systeem
C
particuliere verzekeringen
D
solidariteitsbeginsel

Slide 21 - Quiz

aanvullende zorg
Je staat vrij om je in Nederland aanvullend te verzekeren voor zorg die niet in het basispakket valt. Hierbij bepaalt de verzekeraar de hoogte van je premie. In basiszorg is de premie voor iedereen gelijk.
- tandarts
- fysio behandelingen
- brillen/ lenzen
- alternatieve
geneeskunde
- orthodontist

aanvullende zorg valt niet onder eigen risico

Slide 22 - Slide

Bij particuliere verzekeringen wordt je premie bepaald door..
A
hoogte schade+ risico
B
hoogte verzekerd bedrag+ claims
C
risico+ aantal deelnemers verzekering
D
risico+ hoogte verzekerd bedrag

Slide 23 - Quiz

Particuliere verzekeringen

Premie wordt bepaald door de kans dat je schade maakt (= risico) en de waarde van je te verzekeren object.

Particulier= vrijwillig, behalve aansprakelijkheid autoverzekering+ brand- en levensverzekering bij aankoop huis (=aanvraag hypotheek)
waarom zou dat zijn?

Slide 24 - Slide

Maken opg 6.8 t/m 6.11
Nakijken t/m 6.7
Snel klaar? Oefen extra met 6.13, 6.14

Slide 25 - Slide