Lezen 1.2 (2) - 4 GT

Lezen 1.2 - 4GT
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lezen 1.2 - 4GT

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Nabespreken 1.2, opdr. 33, 34, 36, 37, 38 en 39 (blz. 36-40).
- Herhaling en uitleg nieuwe theorie lezen 1.2 + oefeningen --> LessonUp
- Maak opdrachten van 1.2 + zelf nakijken
- Kahoot

Lesdoel:
- Je kunt signaalwoorden en tekstverbanden herkennen.
- Je kunt een tekstdoel bepalen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden:

en, vervolgens, niet alleen...maar ook, zowel...als
A
concluderend
B
oorzaak/gevolg
C
opsommend
D
redengevend

Slide 5 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden:

dus, dan ook, concluderend, de slotsom is
A
concluderend
B
oorzaak/gevolg
C
opsommend
D
redengevend

Slide 6 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden:

kortom, samenvattend, alles bij elkaar
A
concluderend
B
samenvattend
C
opsommend
D
uitleggend/voorbeeldgevend

Slide 7 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden:

maar, echter, toch, daarentegen, enerzijds...anderzijds
A
tegenstellend
B
samenvattend
C
oorzaak/gevolg
D
uitleggend/voorbeeldgevend

Slide 8 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden:

bijvoorbeeld, zoals, dat wil zeggen, met andere woorden
A
tegenstellend
B
samenvattend
C
oorzaak/gevolg
D
uitleggend/voorbeeldgevend

Slide 9 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden:

doordat, daardoor, zodat, waardoor, dan ook
A
tegenstellend
B
samenvattend
C
oorzaak/gevolg
D
uitleggend/voorbeeldgevend

Slide 10 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de volgende signaalwoorden:

want, omdat, daarom, immers
A
concluderend
B
samenvattend
C
redengevend
D
uitleggend/voorbeeldgevend

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 17 - Quiz

Welk tekstdoel kom je vaak tegen in examenteksten?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 18 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van tekst 8 (blz. 37-38)?

De schrijver wil de lezer
A
activeren om zich ook te laten invriezen.
B
ervan overtuigen dat de lezer onsterfelijk kan worden als hij zich laat invriezen.
C
ervoor waarschuwen dat je laten invriezen nog erg gevaarlijk is.
D
informeren over de voor- en nadelen van invriezen.

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste doelen van tekst 3 (blz. 22-23)?

De schrijver wil de lezer
A
amsuseren en overtuigen
B
amuseren en tot handelen aansporen
C
informeren en overtuigen
D
informeren en tot handelen aansporen.

Slide 20 - Quiz

Lesplanning
- Maak van 1.2, opdr. 42 t/m 46 (blz. 42-46).
- Klaar? --> Kom een antwoordenblad halen en kijk je opdrachten zelf na. - Maak daarna ook opdr. 47 t/m 49 (blz. 47).
- Maak online de test jezelf van lezen 1.2
- Kahoot?

Lesdoel:
- Je kunt signaalwoorden en tekstverbanden herkennen.
- Je kunt een tekstdoel bepalen.

Slide 21 - Slide