Dinsdag 8 maart

Wat gaan we doen vandaag?
*Terugblik vorige les
* Kahoot leesvaardigheid
* Leerdoelen vandaag
* Formatieve check werkwoordspelling
* Zelfstandig werken
* Blooket
* Evaluatie les

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
*Terugblik vorige les
* Kahoot leesvaardigheid
* Leerdoelen vandaag
* Formatieve check werkwoordspelling
* Zelfstandig werken
* Blooket
* Evaluatie les

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Werkwoorden spellen met een stam op –d of –t in de verleden tijd en zwakke werkwoorden in tegenwoordige tijd
  • De meest voorkomende leestekens foutloos gebruiken: aanhalingstekens en afbreekstreepje.
  • Hoofdletters bij eigennamen en directe rede correct gebruiken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Spelling persoonsvorm verleden tijd
De persoonsvorm in de verleden tijd ziet er als volgt uit:
sterke werkwoorden enkelvoud en meervoud klinker in de stam verandert: ik/jij/hij/zij/ het liep, wij/jullie/zij liepen
  hele stam verandert ik/jij/hij/zij/het ging, wij/jullie/zij gingen

zwakke werkwoorden enkelvoud en meervoud stam + de(n)
ik/jij/hij/zij/het gooide, wij/jullie/zij gooiden
  stam + te(n) ik/jij/hij/zij/het stopte, wij/jullie/zij stopten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Spelling persoonsvorm verleden tijd
Als de stam eindigt op een van de medeklinkers uit ‘t kofschip of ‘t fokschaap schrijf je stam + te(n). 
Anders schrijf je altijd de(n).

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Lees
Theorie in werkdoel Hoe spel je het?
Maak
De 4 opdrachten van dit werkdoel
Tijd
Max 30 minuten
Eerder klaar?
Werk verder of werk aan je eigen leerdoelen
Wat mag verder
Muziek luisteren ( wel met oortjes in),
overleggen op fluisterniveau, vragen stellen

Slide 8 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Maar wat is een werkwoord precies?

Een werkwoord is:
A
Een ander woord voor het onderwerp
B
Een doe-woord
C
Een woord dat aangeeft welk werk iemand doet
D
Een woord dat je weg kan laten uit een zin

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een zwak werkwoord?
Wat is een sterk werkwoord?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Werkwoordspelling moeilijk? Ben je mal! Je volgt gewoon het stroomschema. Je begint altijd met het beoordelen of het werkwoord een [                              ] is. Daarna kijk je naar de [                            ] van de zin. 
De [                          ] van het werkwoord vind je door -en weg te halen. 
Je gebruikt de regel van [                              ] in de
[                        ] tijd. Eindigt de stam op een van die medeklinkers? Dan voeg je [                        ] toe. 
Bij het voltooid deelwoord kun je  [                                      ] ook gebruiken. Je weet dan of de laatste letter een 
[                             ] is.
De infinitief is een onafhankelijk werkwoord; De vorm is niet afhankelijk van hoeveelheid of tijd. Dit is altijd het [                                  ].
persoonsvorm
tijd
stam
't ex-kofschip
tegenwoordige
verleden
+te
+de
d of t
lang
hele werkwoord

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Een sterk werkwoord is een werkwoord dat...
A
niet verandert
B
wel verandert
C
niet van klank verandert
D
wel van klank verandert

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan de verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

This item has no instructions