11/03 Woordenschatspel

Woordenschatspel
1. Jullie krijgen straks in groepjes een woord.
2. Jullie bedenken bij dat woord drie betekenissen: eentje ervan klopt, de andere twee niet. Stuur het woord en de drie betekenissen naar mij toe in een Teams chat.
3. De antwoorden verwerk ik in Lessonup. Vervolgens raden je klasgenoten in hun groepje wat het juiste antwoord is!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Woordenschatspel
1. Jullie krijgen straks in groepjes een woord.
2. Jullie bedenken bij dat woord drie betekenissen: eentje ervan klopt, de andere twee niet. Stuur het woord en de drie betekenissen naar mij toe in een Teams chat.
3. De antwoorden verwerk ik in Lessonup. Vervolgens raden je klasgenoten in hun groepje wat het juiste antwoord is!

Slide 1 - Slide

Circuleren
A
cirkel
B
etenswaren
C
verspreiden

Slide 2 - Quiz

Stagneren
A
stilstaan
B
protest
C
lopen

Slide 3 - Quiz

Rente
A
geld dat bij een bedrag wordt opgeteld
B
geld dat van een bedrag wordt afgehaald
C
geld dat berekend wordt als percentage van een bedrag

Slide 4 - Quiz

Spenderen
A
sparen
B
uitgeven
C
verdienen

Slide 5 - Quiz

Zich conformeren aan
A
zich aanpassen aan
B
een klacht indienen tegen de belasting dienst
C
zich informeren over

Slide 6 - Quiz

Krediet
A
geld op de bank
B
betaalmiddel
C
borg

Slide 7 - Quiz

Fiscus
A
belastingdienst
B
overheid
C
regering

Slide 8 - Quiz

Versus
A
tegenover
B
naast elkaar
C
boven elkaar

Slide 9 - Quiz

Vordering
A
aanhouding
B
grondwet
C
burgerlijk procesrecht

Slide 10 - Quiz