1. Spelling Blok 1

Spelling

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

TT: Tegenwoordige tijd
NU

Slide 2 - Slide

T
VT : Verleden Tijd
TOEN

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les

  • kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord;
  • weet je hoe je woorden met een au of ou moet schrijven;
  • weet je hoe je woorden met een ij of ei moet schrijven.


Slide 4 - Slide

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

Voorbeeld:
We … (schrijven) gisteren samen een vakantiekaart aan onze familie.
We schreven gisteren samen een vakantiekaart aan onze familie.

We … (schrijven) morgen samen een vakantiekaart aan onze familie.
We schrijven morgen samen een vakantiekaart aan onze familie.

Slide 5 - Slide

De vriendin van Anja uit het buitenland ....................
(komen) vorige week aan.
vul alleen het woord in, niet de hele zin

Slide 6 - Open question

De vriendin van Anja uit het buitenland ....................
(komen) volgende week aan.
vul alleen het woord in, niet de hele zin

Slide 7 - Open question

Waarom ..................... (gaan) je komende zaterdag niet mee naar de film?
vul alleen het woord in, niet de hele zin

Slide 8 - Open question

Waarom ..................... (gaan) je gisteren niet mee naar de film?
vul alleen het woord in, niet de hele zin

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Link

Hele werkwoord -en

Slide 11 - Slide

 Les 1.6  Stam en ik-vorm

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

de stam van wandelen is....

Slide 14 - Open question

de stam van lopen is .....

Slide 15 - Open question

de stam van schrijven is.......

Slide 16 - Open question

de stam van blazen is......

Slide 17 - Open question

ik-vorm
Soms moet je de stam aanpassen om 
de ik-vorm te krijgen.

Slide 18 - Slide

dus:


De stam van een werkwoord vind je door

EN

van het werkwoord weg te halen.

Slide 19 - Slide

ik-vorm

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.

  • printen          print          ik print
  • praten            prat           ik praat
  • beloven         belov        ik beloof    
  • vissen             viss           ik vis

Slide 20 - Slide

wandelen:
de stam is: wandel
de ik-vorm is......

Slide 21 - Open question

lopen:
de stam is lop
de ik-vorm is.....

Slide 22 - Open question

schrijven:
de stam is schrijv
de ik-vorm is .....

Slide 23 - Open question

blazen
de stam is blaz
de ik-vorm is ....

Slide 24 - Open question

Maken Spelling - blok 1 - les 1.6
timer
10:00
Klaar?
  • werk door met 1.7

Slide 25 - Slide

Maken Spelling - blok 1 - les 1.7
timer
10:00
Klaar?
  • klik door naar de volgende dia

Slide 26 - Slide


Schrijf een woord met
OU in het woord

Slide 27 - Open question


Schrijf een woord met
AU in het woord

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link

huiswerk 


Maak ook op de online methode het dictee 


Slide 33 - Slide