This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Regel(s) voor een lekkere werksfeer
Slide 2 - Slide
Doelen van deze les
- je kunt een beargumenteerde mening geven
- je kunt verhaalpassages interpreteren
- je kunt een antwoord correct formuleren
- je kunt een schrapgedicht maken
Slide 3 - Slide
Werkwijze Nederlands
Iedere periode werk je aan een project:
- 2 instructieuren: uitlegles en werkles in stamgroep
- 1 werkles: zelf een geschikt moment kiezen via SOM (vanaf maandag pas mogelijk)
Slide 4 - Slide
Wat heb je nodig?
Werkboek / Talent
Slide 5 - Slide
Het verhaal achter een boek.
Slide 6 - Slide
Peter Middendorp is auteur van het boek 'Jij bent van mij'. Mag je lezen voor de literatuurlijst H5.
Slide 7 - Slide
Lees het verhaal 'Meisjes mailen' (max 15 minuten)
Daarna bespreken we de antwoorden.
Slide 8 - Slide
Vraag 1. Wat bedoelde de vriendin van de verteller met de uitspraak dat ze "vooruit in het leven" wilde?
Slide 9 - Open question
Vraag 2. Wat ontdekte de verteller over zichzelf toen hij halverwege zijn grapje werd onderbroken?
Slide 10 - Open question
Vraag 3. Hoe beschrijft de verteller zijn ervaring met de matches die hij kreeg via de datingsite?
Slide 11 - Open question
Vraag 4. Waarom waren de meeste vrouwen die de verteller benaderde op de datingsite niet geïnteresseerd in hem?
Slide 12 - Open question
Vraag 5. Wat lijkt de uiteindelijke conclusie van de verteller te zijn over zijn zoektocht naar liefde via internetdating?
Slide 13 - Open question
Vraag 6. Welke rol spelen humor en ironie in het verhaal?
Slide 14 - Open question
Vraag 7. Geef je mening over het verhaal. Geef voorbeelden uit het verhaal bij ieder beoordelingswoord. Gebruik beoordelingswoorden als mooi, grappig, saai, spannend, eng, realistisch, ouderwets, modern, langdradig, voorspelbaar, verrassend, kinderachtig, ingewikkeld, lastig, eenvoudig, nietszeggend.
Slide 15 - Open question
Extra tijd vraag: maak een korte gedicht van een deel van het verhaal (zie voorbeeld).
Noteer de regelnummers van de passage die je gebruikt.