(1) Spreken en gesprekken H2: informatie navertellen op basis van aantekeningen

Aantekeningen maken
Onderwerp opschrijven
Belangrijkste in steekwoorden
Afkortingen gebruiken
Schematisch noteren m.b.v. signaalwoorden
Streepjes, cijfers, letters = opsommingen

> of >< = verbanden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aantekeningen maken
Onderwerp opschrijven
Belangrijkste in steekwoorden
Afkortingen gebruiken
Schematisch noteren m.b.v. signaalwoorden
Streepjes, cijfers, letters = opsommingen

> of >< = verbanden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Spreken en gesprekken H2: informatie navertellen op basis van aantekeningen

Spreken en gesprekken H3: mondeling verslag doen


Toets grammatica woordsoorten H1-H6








Vandaag


Les 2, week 16


Les 3, week 16

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 

  1. Lesdoel
  2. Spreken en gesprekken H2: informatie navertellen op basis van aantekeningen
  3. Zelf aan de slag
  4. Controle lesdoel
  5. Afsluiting en einde les

Slide 4 - Slide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Spreken en gesprekken
  • Een informatief gesprek
  • Informatie navertellen op basis van aantekeningen
  • Mondeling verslag doen
  • Een informerende presentatie
  • Een probleemoplossende discussie voeren
  • Spreken in formele situaties

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen spreken en gesprekken
  • Je kunt in een gesprek informatie vragen en geven
  • Je kunt op basis van aantekeningen een tekst navertellen
  • Je kunt helder en gestructureerd verslag doen van een gebeurtenis
  • Je kunt een informerende presentatie houden op basis van informatie uit verschillende bronnen
  • Je kunt deelnemen aan een probleemoplossende discussie
  • Je kunt een presentatie of gesprek qua inhoud en taalgebruik aanpassen op het publiek

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

LESDOEL






Kunnen
Kennen
  • Verbanden aangeven door het gebruik van signaalwoorden
  • Een tekst navertellen op basis van aantekeningen
  • Signaalwoorden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Wat? Luisteren naar fragmenten en beantwoorden van vragen

Hoe? Met pen en papier

Tijd? 5 minuten

Uitkomst? We bespreken dit klassikaal





>Welk fragment legt het beste uit waarom spreeuwen in de lucht niet botsen?

> Hoe kan het dat het ene fragment veel beter te begrijpen is dan het andere?
Vragen:

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Filmpje NN

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Dagwerk spreken en gesprekken H2
Waar? 
Bladzijde 52

Welke opdrachten?
1

timer
13:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Als je informatie moet navertellen aan de hand van aantekeningen, is het handig de opbouw van de oorspronkelijke tekst aan te houden. Die heb je kunnen herkennen aan .................en aan ......................zinnen
  • signaalwoorden
  • structurerende 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Einde van deze les
  • Kijk om je heen, zie je rotzooi liggen, neem dit dan mee
  • Schuif je stoel aan en zet je tafel recht
  • Pak je tas, groet me/wens me een fijne dag en ga naar de volgende les of pauze

Slide 12 - Slide

This item has no instructions