Herhaling vragen H4 en H5

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Herhaling vragen H4 en H5

Met je team een schrijfbordje. Overleg (zachtjes en fluisterend). Schrijf op je bordje A/B/C/D 

Ik tel af, hou je bordje omhoog. Hou voor jullie zelf bij hoeveel je er goed hebt. 

kaliumhydroxide is een goed oplosbaar zout

1. niet waar
2. waar

Als je bariumnitraat oplossing aan een natriumacetaat oplossing toevoegt treed er ....... neerslag reactie op

1. wel een
2. geen

De lading van een ijzer ion is altijd 3+

1. niet waar
2. wel waar

als je bariumnitraat en natriumsulfaat oplossing met elkaar mengt slaat natriumnitraat neer

1. waar
2. niet waar

De correcte verhoudingsformule van Ijzer(|||)carbonaat is
(cijfers horen eronder te staan)

1. FeCO3
2. Fe2CO3
3. Fe2CO33
4. Fe2(CO3)3

Dit is..
Dit is een....

1. Indamp vergelijking
2. oplosvergelijking
3. neerslag vergelijking

.
Deze oplosvergelijking klopt

1. wel
2. niet

.

Dit is een .... vergelijking

1. indamp
2. oplos
3. neerslag

Ik l.
Ik los 0,3 mol natriumfosfaat op in 600 mL water. Wat is de [natrium ion]?

1. 0,5
2. 1,5
3. 0,09
4. 90

Welke binding is het meest polair?
C-O, O-H, C-N, N-H

1. C-O
2. O-H
3. C-N
4. N-H

Hexaan en propaan mengen met elkaar

1. waar
2. niet waar

Ik ga ethanol mengen met propaan-2-ol. Welke bindingen worden verbroken (meerdere antwoorden juist)

1. (polaire) atoom binding
2. waterstof brug
3. Van der waals kracht
4. dipool-dipool binding

Bij waterstofbruggen moet je partiële lading aangeven

1. Waar
2. niet waar

Ik wil 6,0 gram neerslag bariumsulfaat maken. Ik heb 0,5 M bariumnitraat oplossing en 0,3 M natriumsulfaat oplossing. Hoeveel mL heb ik van beide nodig?