wk 13 2021 2022

Lezen in je leesboek
timer
5:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lezen in je leesboek
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Lezen
  • We herhalen in deze les de volgende begrippen: tussenkopje / bron / onderwerp / deelonderwerp / alinea

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De tekst
Je gaat eerst zelf de tekst lezen en onderstreept lastige woorden die je niet begrijpt. Daarna gaan we de volgende begrippen toepassen op de tekst:

tussenkopje / bron / onderwerp / deelonderwerp / alinea.

Slide 4 - Slide

Grammatica
  • We herhalen  het wederkerend en wederkerig werkwoord
  • We herhalen het hww en zww
  • Je leert de werkwoordstijden

Slide 5 - Slide

wederkerend en wederkerig vnw (herhaling)
Beide woordsoorten herhalen het onderwerp in de zin. 
Bij een wederkerend voornaamwoord staat altijd een wederkerend werkwoord in de zin (het werkwoord begint met  'zich').  Dit is niet zo bij een wederkerig vnw
Oefening: Maak een zin met het werkwoord:
realiseren / wandelen / ergeren

Slide 6 - Slide

wederkerend en wederkerig vnw (herhaling)
Je merkt dat je bij wandelen niet het onderwerp herhaalt in de zin, bij de overige 2 werkwoorden wel. 

Worden afgeleid van 'elkaar' (mekaar / elkander) zijn altijd een wederkerig vnw. 

Slide 7 - Slide

zww / hww
1 ww in de zin: zelfstandig ww

Meerdere ww in de zin?
1. Het voltooid deelwoord is het zww
Staat er geen voltooid deelwoord in de zin? Dan de volgende stap:
2. Het laatste werkwoord in de zin is het zww. 

Alle ww die overblijven na het zww gevonden te hebben, zijn hww's. 

Slide 8 - Slide

De bemanning van die zeilboot heeft een zeehondje (gered).

Slide 9 - Open question

Kun je mij even (komen) helpen?

Slide 10 - Open question

Mijn zusje (heeft) gelogen tegen haar ouders.

Slide 11 - Open question

Ik ben goed (voorbereid) op deze excursie.

Slide 12 - Open question

Werkwoordstijden
In de volgende dia's leer je meer over de werkwoordstijden. Zorg dat je eerst goed luistert en daarna pas aantekeningen maakt. 

Slide 13 - Slide

Passieve en actieve vorm (aantekening)

Actieve zinnen (bedrijvende): Het onderwerp doet iets, heeft iets gedaan of gaat iets doen. 

Passieve zinnen (lijdende): het onderwerp doet niets, maar er wordt iets met het onderwerp gedaan. 

Slide 14 - Slide

Passieve of actieve vorm? 
1. De bloemist had de mooie bos rozen in de vensterbank gezet. 
2. Pas na drie dagen was onze auto gerepareerd.
3. Zij heeft altijd opgekeken tegen deze slimme leerling. 
4. Het hondje werd iedere dag op hetzelfde tijdstip uitgelaten. 
5. Waarom eet jij de korsten van de pizza niet op?

Slide 15 - Slide

Antwoorden:

1. De bloemist(ond) had de mooie bos rozen in de vensterbank gezet. actief --> de bloemist zet.....
2. Pas na drie dagen was onze auto(ond) gerepareerd. passief --> onze auto doet niets
3. Zij(ond) heeft altijd opgekeken tegen deze slimme leerling. actief --> zij kijkt op....
4. Het hondje(ond) werd iedere dag op hetzelfde tijdstip uitgelaten. passief --> het hondje doet niets (laat zichzelf niet uit)
5. Waarom eet jij(ond) de korsten van de pizza niet op? actief --> jij eet

Slide 16 - Slide

werkwoordstijden
Ga naar drive --> grammatica --> digitale lessen --> werkwoordstijden

Maak aantekeningen van de uitleg en geef je aantekening de naam: 'werkwoordstijden'. 
timer
8:00

Slide 17 - Slide

Opdrachten maken 2Q en 2R
Open de methode. 

Blz. 81 opdracht 7
Let op: noteer ook of de zin in de actieve of passieve vorm staat. 


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide