This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Onderdeel Lezen
Hoofdstuk 4 (afronding)
Oefentoets H4, onderdeel Lezen (feiten, meningen en argumenten)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
1. Een [...] herken je vaak aan een signaalwoord als 'want', 'omdat', 'namelijk' en 'immers'.
- signaalwoord
- 'want', 'omdat', 'namelijk' en 'immers'
Slide 6 - Slide
Een ... herken je vaak aan een signaalwoord als 'want', 'omdat', 'namelijk' en 'immers'.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
2. Wat is het onderwerp van de tekst?
A) een openbaar debat in Nijmegen
B) Jelle Brandt Corstius en Alexander Klöpping
C) jongeren en hun mobiele telefoon
D) (te luide) muziek in het openbaar vervoer
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
2. Wat is het onderwerp van de tekst?
A
een openbaar debat in Nijmegen
B
Jelle Brandt Corstius en Alexander Klöpping
C
jongeren en hun mobiele telefoon
D
(te luide) muziek in het openbaar vervoer
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
3. In alinea 1 staat een mening van Jelle Brandt Corstius. Wat is die mening?
Slide 13 - Slide
3. In alinea 1 staat een mening van J.B. Corstius. Wat is die mening?
Slide 14 - Open question
3. In alinea 1 staat een mening van Jelle Brandt Corstius. Wat is die mening?
Slide 15 - Slide
4. Welk argument heeft Jelle voor zijn mening?
Slide 16 - Slide
4. Welk argument heeft Jelle voor zijn mening?
Slide 17 - Open question
4. Welk argument heeft Jelle voor zijn mening?
Slide 18 - Slide
5. Aan welk signaalwoord herken je dat argument?
Slide 19 - Open question
6. 'Dit speelt niet alleen de afgelopen maanden.' (al.2)- Is dit een feit of een mening?
Slide 20 - Slide
6. 'Dit speelt niet alleen de afgelopen maanden.' (al. 2) Is dit een feit of een mening?
Slide 21 - Slide
Feit of mening?
FEIT
MENING
Slide 22 - Poll
6. 'Dit speelt niet alleen de afgelopen maanden.' (al. 2)
Feit, want je kunt controleren of het waar is.
Slide 23 - Slide
7. Waarom zet de auteur zijn muziek hard als hij in de trein zit?
Slide 24 - Slide
7. Waarom zet de auteur zijn muziek hard als hij in de trein zit?
A
Even lekker niks.
B
Even lekker niks, geen achtergrondgeluiden.
C
Geen achtergrondgeluiden.
D
Het juiste antwoord staat hier niet tussen.
Slide 25 - Quiz
Alinea 3
Slide 26 - Slide
8. De auteur vindt eigenlijk dat hij zijn muziek niet hard zou moeten zetten als hij in de zit. (al. 3) Welke twee argumenten geeft hij voor die mening?
Slide 27 - Slide
Welke twee argumenten geeft de schrijver voor die mening?
Slide 28 - Open question
9. Aan welk signaalwoord herken je die argumenten?
Slide 29 - Slide
9. Aan welk signaalwoord herken je die argumenten?
Slide 30 - Open question
10. Welk standpunt van de auteur wordt duidelijk uit alinea 4?
Slide 31 - Slide
11. Wat betekent 'comfortabel'?
A
mogelijke
B
officieel; deftig
C
prettig
D
volledige
Slide 32 - Quiz
Wat is de betekenis van 'logo'?
A
beeldmerk
B
figuur
C
officieel; deftig
D
volledige
Slide 33 - Quiz
(vraag 13 en 14 moet je hierna beantwoorden)
Slide 34 - Slide
13. Noteer de betekenis van 'uiterlijke kenmerken'.
Slide 35 - Open question
14. Noteer de betekenis van 'infantiel'.
Slide 36 - Open question
15. Welk woord is correct gespeld?
A
adrenalienekick
B
aspeckt
C
karaktristieke
D
vlijtig
Slide 37 - Quiz
16. Welk woord is correct gespeld?
A
acommodatie
B
fruitvijling
C
luiwammesen
D
wezelijk
Slide 38 - Quiz
17. Gisteren ... (begroeten) de fans hun met smart ... (verwachten) popidool in het Gelredome met een daverend applaus.
Slide 39 - Open question
18. De ... (besmetten) patiënten liggen al de hele dag hun longen uit hun lijf te ... (hoesten).
Slide 40 - Open question
19. Door een onhandige manoeuvre van de serveerster .. (belanden) de ... (bakken) eieren naast Hans' bord.