Alinea's en verbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vandaag:

- huiswerk bespreken

- H. 6 Alinea's en verbanden

Je oefent met het herkennen van alinea's en verbanden

Wat is de inleiding?

Wat is het slot?

H. 6 Alinea's en verbanden (theorieboek blz. 64)

Je oefent met het herkennen van alinea's en verbanden.

Waarom heeft een tekst alinea's?

Geen alinea's

?

Alinea-indeling:

- inhoud

kernzinnen

- lengte

Signaalwoorden: geven verbanden aan tussen  alinea's, zinnen en delen van zinnen. Zie schema blz. 65. 

Ik wil wel komen, maar ik heb geen tijd.

1. conclusie
2. tegenstelling
3. vergelijking
4. omschrijving

Als je goed oplet, haal je betere cijfers.

1. opsomming
2. tijd
3. reden, oorzaak, gevolg
4. voorwaarde

Om de finale te bereiken, moeten we nog twee wedstrijden winnen.

1. voorbeeld
2. verduidelijking
3. doel, middel
4. toegeving

Schrijf één alinea (30-50 woorden) over het onderwerp straattaal. 

1. Bedenk over welk deelonderwerp je schrijft.

2. Begin met de kernzin. 

3. Maak een gebruik van signaalwoorden (blz. 65)

Lees de tekst van diegene naast je. Bespreek samen de volgende vragen:

1. Herken je de kernzin?

2. Welke signaalwoorden zie je?

3. Zie je taalfouten?

Verbeter eventuele fouten en lever de tekst in. 

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 50). 

Wat niet af is, is huiswerk voor maandag.