Biologie H2 par. 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen HSX

Hoofdstuk 2
Voeding en vertering

Paragraaf 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Voeding en vertering

Paragraaf 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
  • Je kunt de functie van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.
  • Je kunt de zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 2 - Slide

Voeding
Voedingsmiddelen: alle producten die je eet en drinkt

Slide 3 - Slide

Plantaardig en dierlijk
Voedingsmiddelen: alle producten die je eet en drinkt

Slide 4 - Slide

Functies van voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen.
  • Stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel.

Er zijn 4 soorten voedingsstoffen:
  • brandstof
  • beschermende stof
  • bouwstof
  • reservestof

Slide 5 - Slide

Zes groepen voedingsstoffen
Ken je al soorten voedingsstoffen?
  • Koolhydraten
  • Eiwitten
  • Mineralen
  • Water
  • Vitaminen
  • Vetten

Slide 6 - Slide

Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstof.
  • Opbouw cytoplasma,
  • DNA
  • Spieren

Te veel eiwit wordt omgezet naar brandstof/reservestof

Slide 7 - Slide

Koolhydraten
Suikers, zetmeel en glycogeen.
  • Vooral als brandstof.
  • Bij overschot: omgezet in vet
  • Glucose -> glycogeen opgeslagen in de lever en spieren.

In dierlijke voedingsstoffen zitten vaak weinig koolhydraten.





Slide 8 - Slide

Vetten
Dient vooral als brandstof.
  • Ook bouwstof en reservestof.

Als je veel vetten binnenkrijgt, wordt het als reservestof onder de huid opgeslagen.

Slide 9 - Slide

Water
Dient vooral als bouwstof.
  • Menselijk lichaam - 60% water

Water vervoert stoffen door het lichaam.

Dranken, fruit en groente


Slide 10 - Slide

Mineralen
Dient als beschermende stof.

Worden ook zouten genoemd.
  • calcium, natrium, magnesium, ijzer, etc.


Slide 11 - Slide

Vitaminen
Dient als bouwstof en beschermende stof.
  • Door vitaminen te eten blijf je gezond.

Welke vitaminen ken je?
  • A, B, C, D, K

Slide 12 - Slide

Voedingsvezels
De plantaardige stoffen die je lichaam niet kan verteren.

Koolhydraten uit de celwanden van planten.
  • Groente, fruit, volkorenbrood, noten, peulvruchten.

Zorgen voor goede darmwerking.

Slide 13 - Slide

Leerdoelen:
  • Je kunt de functie van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.
  • Je kunt de zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 14 - Slide

EINDE

Slide 15 - Slide

En dan nu.....
Een paar vragen

Slide 16 - Slide

Wat klopt NIET over vitaminen?
A
Vitaminen zitten veel in fruit
B
Vitaminen kunnen als bouwstof worden gebruikt
C
Vitaminen helpen je lichaam beschermen
D
Vitaminen kunnen als reservestof worden gebruikt

Slide 17 - Quiz

In wat voor voedingsmiddelen zitten koolhydraten? Bijvoorbeeld ...

Slide 18 - Open question