Sterke werkwoord: voltooid deelwoord

Havo 3
Start uitleg sterke werkwoorden/ voltooid deelwoord
Zie ook TB blz. 90/91 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Havo 3
Start uitleg sterke werkwoorden/ voltooid deelwoord
Zie ook TB blz. 90/91 

Slide 1 - Slide

Starke
Verben

Slide 2 - Slide

Lernziele starke Verben
  • Je weet wat het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord is
  • Je kent enkele sterke werkwoorden in het Duits (lijst ww nr 1 t/m 30 leren voor de toets) 
  • je kan deze ww NL-D vertalen en kent het voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Wat is een sterk werkwoord?
Hoe herken je deze?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Link

Oefening 1
Maak via de volgende slides de eerste oefening over het sterke werkwoord aan. Geef van iedere zin aan of het een zwak of sterk werkwoord is. Het werkwoord staat aan het eind van de zin.

Slide 6 - Slide

Ich habe auf dem Markt eine Wassermelone gekauft.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 7 - Quiz

Wer hat euch denn diese Geschichte erzählt.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 8 - Quiz

Hast du deine Eltern um mehr Taschengeld gebeten?
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 9 - Quiz

Wir sind bis Mitternacht auf der Party geblieben.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 10 - Quiz

Vincent hat gesten einen Unfall gebaut.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 11 - Quiz

Guten Morgen, hast du gut geschlafen?
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 12 - Quiz

Oefening 2
Maak eerst de volgende online oefening.
Daarna maak je de 12 open vragen, gebruik je TB 90/91 om de juiste uitgangen in te vullen van het voltooid deelwoord.
Voorbeeld: 
Vraag: Hast du gestern diesen Film (sehen) ..... ?
Antwoord: gesehen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

1. ( Wij hebben) in einem Café noch etwas (trinken) .........

Slide 15 - Open question

2. (Zijn jullie) alleine in die Stadt (gehen).......

Slide 16 - Open question

3.Was (heb jij) alles in diesem teurem Restaurant (essen) .......?

Slide 17 - Open question

4. (Hij heeft) ihn in Ruhe (lassen) .......

Slide 18 - Open question

5. (Ik ben) heute im Schwimmbad (sein).

Slide 19 - Open question

6. ( Ik heb) mein neues blaues Sommerkleid (anziehen) .......

Slide 20 - Open question

7. ( Heeft u) Anne neulich noch (sprechen) ........ ?

Slide 21 - Open question

8. Das Kind ( is) von der Schaukel (fallen) .........

Slide 22 - Open question

9. ( Zij hebben) mehrere Lieder (singen) .......

Slide 23 - Open question

10. Was (is) hier (geschehen) ............?

Slide 24 - Open question

11. (Heb jij) ihm eine E-Mail (schreiben) ............ ?

Slide 25 - Open question

12. (Zijn jullie) mit dem Auto nach Berlin (fahren) ?

Slide 26 - Open question

Extra online oefening
Wil je nog verder oefenen met het sterke werkwood in de voltooide tijd (als voltooid deelwoord) kan dat met de volgende oefening. Let op: leer de vormen van "haben" en " sein" voor alle zinnen met een voltooid deelwoord.
Zie TB, Anhang (gele blz achterin het boek), S. 14, leer de kolom "tegenwoordige tijd" van haben/sein. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link