Oefentoets ECO H4

Welke aandachtspunten herken je in deze uitspraken? Combineer  van de uitspraken me  de aandachtspunten.
de financiële mogelijkheden
het gebruik van het product
de eigen smaak
We willen geen tapijt op de vloer, dat is bij ons binnen de kortste tijd versleten
Sorry mam, in die blouse ga ik echt niet naar school.
‘Wij rijden in een oude Fiat, onze buren in een nieuwe Audi.’
1 / 22
next
Slide 1: Drag question
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke aandachtspunten herken je in deze uitspraken? Combineer  van de uitspraken me  de aandachtspunten.
de financiële mogelijkheden
het gebruik van het product
de eigen smaak
We willen geen tapijt op de vloer, dat is bij ons binnen de kortste tijd versleten
Sorry mam, in die blouse ga ik echt niet naar school.
‘Wij rijden in een oude Fiat, onze buren in een nieuwe Audi.’

Slide 1 - Drag question

TopFashion adverteert met leuke T-shirts. Pim leest deze advertentie.
Hij koopt een T-shirt bij TopFashion.
Kies waardoor hij het T-shirt juist in deze winkel koopt.
A
door de invloed van familie en vrienden
B
door de invloed van reclame
C
door zijn financiële mogelijkheden

Slide 2 - Quiz

Leg het verschil uit tussen producten en diensten

Slide 3 - Open question

Kies waarom deze reclame ideële reclame heet
A
De reclame heeft automobilisten als doelgroep.
B
De reclame stimuleert de verkoop van alcohol.
C
De reclame verspreidt een idee en verkoopt geen product.

Slide 4 - Quiz

Anika wil een fototoestel kopen. Ze zoekt informatie over de gebruiksmogelijkheden van verschillende fototoestellen.
Geef aan waar ze het beste naar deze informatie kan vragen. Kies uit de volgende mogelijkheden
A
bij haar vrienden en vriendinnen
B
op de fotoafdeling van een warenhuis
C
op een vergelijkingssite op internet

Slide 5 - Quiz

De foto toont een drankje dat Femke dagelijks drinkt. In deze energiedrankjes zit erg veel suiker.
Kies waarmee Femke GEEN rekening houdt bij deze gewoonte.
A
haar gezondheid
B
haar vrienden en familie
C
het milieu

Slide 6 - Quiz

Mark koopt een bladblazer waarmee hij in de herfst elke zaterdagochtend zijn tuin bladvrij maakt.
Geef aan wie er nadeel heeft of hebben van Marks aankoop. Kies uit de volgende mogelijkheden

A
buurtbewoners die een rustige zaterdagochtend willen
B
de fabrikant van bladblazers
C
Mark zelf

Slide 7 - Quiz

Geef aan waardoor in het lijndiagram de gewone lijn hoger is dan de stippellijn. Kies uit de volgende mogelijkheden
A
De inkomsten van jongens zijn hoger dan de inkomsten van meisjes.
B
De inkomsten van jongens zijn hoger dan hun uitgaven.
C
De inkomsten van meisjes zijn hoger dan de inkomsten van jongens.

Slide 8 - Quiz

Diensten zijn iets wat je voor een ander doet. Dit is niet tastbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Sleep de aankopen naar het juiste begrip
Goederen 
Diensten 
Je sluit een verzekering af
Je koopt een fiets
Je verzent een app 
Je koopt een smartphone
Je laat je gebit nakijken

Slide 10 - Drag question

Waar laten consumenten op als ze iets kopen?
A
Prijs
B
Mode
C
Kwaliteit
D
A+B+C

Slide 11 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Geef 2 kenmerken van deze doelgroep

Slide 12 - Open question

Wat is merkentrouw?

Slide 13 - Open question

De vraag is groter dan het aanbod. Wat gebeurd er met de prijs?
A
Stijgt
B
Daalt
C
Blijft gelijk

Slide 14 - Quiz

Het aanbod is groter dan de vraag. Wat gebeurd er met de prijs?
A
Stijgt
B
Daalt
C
Blijft gelijk

Slide 15 - Quiz

Mode is een invloed op de aankopen van de consument
A
niet waar
B
waar

Slide 16 - Quiz

Sleep de aankopen naar het juiste begrip
Goederen 
Diensten 
Je sluit een verzekering af
Je koopt een fiets
Je verzent een app 
Je koopt een smartphone
Je laat je gebit nakijken

Slide 17 - Drag question

Een bedrijf wil graag producten verkopen. Hiervoor maken ze reclame die de aandacht op deze producten vestigt.
Kies hoe we dit soort reclame noemen

A
Commerciële reclame
B
Ideële reclame

Slide 18 - Quiz

Informatieve reclame
merkreclame
actiereclame 

Slide 19 - Drag question

Omar wil bolletjes kopen. Bij de bakker kost een bolletje € 0,40 per stuk. Bij de supermarkt kan hij een zak met zes bollen kopen voor € 1,50.
Wat is het prijsverschil per bol?
Geef je berekening

Slide 20 - Open question

Kies het juiste antwoord.

In de maand met de meeste neerslag viel er .......... mm neerslag
A
130
B
140
C
150
D
160

Slide 21 - Quiz

Welke telefoon kan je het best gebruiken als je muziek luisteren belangrijk vindt?
A
Apple Iphone 8
B
LG g6
C
Huawei P20
D
Samsun Galaxy A6

Slide 22 - Quiz