Instaptoets Arm & Rijk

Instaptoets
Wat moet je leren?
Arm & Rijk Hoofdstuk 1 en H2



1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Instaptoets
Wat moet je leren?
Arm & Rijk Hoofdstuk 1 en H2



Slide 1 - Slide

Welke 5 dimensies zijn er?

Slide 2 - Open question

Het grensgebied in Mexico heeft
A
een jonge leeftijdsopbouw
B
last van vergrijzing
C
een goede samenhang tussen oud en jong

Slide 3 - Quiz

Kettingmigratie wil zeggen dat
A
hele families samen de grens oversteken
B
familieleden een eerder gemigreerd familielid volgen
C
er geld opgestuurd wordt naar achterblijvende familie

Slide 4 - Quiz

Geldzendingen zijn voor de ontvangers
A
uitsluitend positief
B
uitsluitend negatief
C
zowel positief als negatief

Slide 5 - Quiz

Een negatieve factor aan de geldzendingen is
A
de volledige afhankelijkheid van iemand anders
B
de kleine bijdrage aan het inkomen van de achterblijvers
C
dat US dollars niet gebruikt kunnen worden in Mexico

Slide 6 - Quiz

Het Braceroprogramma hield in dat
A
Mexicanen niet langer welkom waren in de VS
B
Mexicaanse arbeiders op contractbasis in de VS mochten werken
C
Amerikanen tijdelijk in Mexico gingen werken

Slide 7 - Quiz

Cirkelmigratie wil zeggen dat
A
familieleden eerder gemigreerden familieleden volgen naar de VS
B
arbeiders steeds heen en weer migreren tussen Mexico en de VS
C
arbeiders in de Maquiladoras gaan werken en geld naar huis sturen

Slide 8 - Quiz

De groep cirkelmigranten bestaat voornamelijk uit
A
vrouwen
B
mannen
C
zowel mannen als vrouwen

Slide 9 - Quiz

De groep migranten die zich permanent in de VS vestigen bestaat uit
A
zowel mannen als vrouw met een iets hoger opleidingsniveau
B
vooral ongeschoolde mannen
C
vooral ongeschoolde vrouwen
D
ongeschoolde mannen en vrouwen

Slide 10 - Quiz

Kolonie levert grondstof voor opkomende industrie in Europa, welk soort kolonie?
A
Exploitatiekolonie
B
Vestigingskolonie

Slide 11 - Quiz

Met welk begrip geef je aan dat de relatieve afstand in de wereld afneemt?
A
Tijd-ruimtecompressie
B
Relativering
C
Global shift
D
Nieuwe arbeidsverdeling

Slide 12 - Quiz

Migratie....
Hoe verlopen de meeste migratiestromen op de wereld?
A
Van zuid (arm) naar noord (rijk)
B
Van noord (rijk) naar zuid (arm)
C
Van noord (rijk) naar noord (rijk)
D
Van zuid (arm) naar zuid (arm)

Slide 13 - Quiz

De meeste mensen werken in de dienstensector
A
India
B
Groot Brittanie

Slide 14 - Quiz

De helft van alle uitbestede technologiediensten in de wereld komt hier vandaan
A
India
B
Groot Brittanie

Slide 15 - Quiz

In deze diagram is er
sprake van een...?
A
hoge demografische druk
B
lage demografische druk
C
een gemiddelde demografische druk

Slide 16 - Quiz


Welke fases in de demografische transitie zie je terug in deze diagram?
A
fase 1 en 2
B
fase 2 en 3
C
fase 3 en 4
D
fase 4 en 5

Slide 17 - Quiz


Deze bevolkingsdiagram hoort bij.....
A
Engeland
B
India
C
Nederland
D
Egypte

Slide 18 - Quiz


In welke fase bevindt India zich daarmee?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 19 - Quiz

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 20 - Drag question

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 21 - Drag question

Indicator(en) om welzijn te meten
Indicator(en) om welvaart te meten
Deze indicator(en) horen bij de demografische dimensie
Deze kenmerken horen bij de sociaal-culturele dimensie
Taal
Religie
VN-welzijnsindex / HDI
BNP per hoofd
Samenstelling van de beroepsbevolking
Mate van analfabetisme
Geboortecijfer in ‰
Mate van vergrij-zing

Slide 22 - Drag question

Centrum
Semi-periferie
Periferie
Australië
Congo
Indonesië
Noorwegen
Malawi
Nederland
Mexico

Slide 23 - Drag question

Hoge groene druk
Hoge grijze druk
Armer land
Rijk land
Fase 3 Demografische transitie
Fase 5 Demografische transitie
In de toekomst een tekort aan arbeiders
In de toekomst een overschot aan arbeiders
Zeer laag geboortecijfer
Dalend geboortecijfer

Slide 24 - Drag question

Wat zegt dit kenmerk over de economische ontwikkeling?
Hoger / meer is beter
Lager / minder is beter
Geboortecijfer
Sterftecijfer
Omvang primaire sector
Omvang tertiaire sector
HDI
Analfabetisme
Aantal artsen per 1000 inwoners
Verstedelijking
Internetverbindingen
Levensverwachting

Slide 25 - Drag question

Noem een pushfactor voor Mexicanen om naar de VS te gaan.

Slide 26 - Open question

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?

Slide 27 - Open question

Waarom trekken veel Mexicanen naar de Maquiladoragebieden?

Slide 28 - Open question

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?

Slide 29 - Open question

Leg uit hoe een handelsverdrag ervoor zorgt
dat de relatieve afstand is afgenomen tussen Mexico en de VS

Slide 30 - Open question

Leg uit hoe de NAFTA ervoor zorgt dat de relatieve afstand is afgenomen tussen Mexico en de VS

Slide 31 - Open question

Leg uit wat de relatie is tussen centrum en periferie gebieden

Slide 32 - Open question

Waarom is India zo populair onder buitenlandse MNO’s?

Slide 33 - Open question

Wat zijn de gevolgen van migratie van arbeiders naar de Maquiladoragebieden voor de herkomst van de gebieden?

Slide 34 - Open question

Wat waren de gevolgen van de toetreding tot de NAFTA voor de (il)legale migratie van de Mexicanen naar de V.S.?

Slide 35 - Open question

Hoe en waarom vindt er vanuit Midden-Amerika via Mexico migratie plaats naar de V.S.?

Slide 36 - Open question

Het gebruik van het criterium BBP per hoofd om de welvaart van een bevolking te vergelijken met die van een ander land, heeft nogal wat nadelen. Eén ervan is dat de economie in ontwikkelingslanden voor een behoorlijk groot deel berust op zelfverzorging.
Leg uit waarom een zelfverzorgende economie niet goed past bij het gebruik van het BBP als maatstaf.

Slide 37 - Open question

Geef een verklaring vanuit de economische dimensie waarom een Engels bedrijf bij outsourcing kiest voor Zuid-Afrika.

Slide 38 - Open question

Geef een verklaring vanuit de culturele dimensie waarom een Engels bedrijf bij outsourcing kiest voor Zuid-Afrika.

Slide 39 - Open question

Wat is het gevolg van de global shift voor de internationale arbeidsdeling
(centrum-periferie model)

Slide 40 - Open question