1. Zet eerst de persoonsvorm (pv) tussen streepjes
Krul /stond/ gisteren in het doel bij het Nederlands elftal.
pv
2. Verander de volgorde van de zin:
Gisteren/ stond/ Krul in het doel bij het Nederlands elftal.
In het doel/ stond/ Krul gisteren bij het Nederlands elftal.
Bij het Nederlands elftal/ stond/ Krul gisteren in het doel.
3. Welke stukjes blijven bij elkaar?
Krul /stond/ gisteren/ in het doel/ bij het Nederlands elftal.