De studenten benoemen de feedbackregels.
De studenten kunnen de feedbackregels herkennen en toepassen in de oefenopdrachten.
De student benoemt de sandwichmethode.
De student kan middels de sandwichmethode feedback geven
De student benoemt de 4 G methode.
De student kan de 4 G methode toepassen in een oefensituatie.
De student kan feedback in de ik-vorm formuleren.
De student kan een compliment verwoorden en onderbouwen.
De student kan een compliment in ontvangst nemen zonder erop te reageren.