5.4 evolutie theorie

Basisstof 5: De Evolutie Theorie 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Basisstof 5: De Evolutie Theorie 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1. Je kunt uitleggen wie Charles Darwin was en hoe hij tot zijn theorie kwam.
2. je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Natuurlijke selectie
 
Natuurlijke selectie:

Individuen met een bepaalde eigenschap (gelere slakken) hebben een grotere kans om te overleven (ze worden niet opgegeten door lijsters).

De individuen met deze eigenschap kunnen zich dus wel/vaker/meer voortplanten dan de individuen zonder deze eigenschap.

De nakomelingen krijgen in hun DNA deze eigenschap van hun ouders (geel zijn). 

Uiteindelijk komen er dus meer individuen met die eigenschap.

Slide 8 - Slide

Door natuurlijke selectie verandert het ........?
A
fenotype
B
Genotype
C
Allebei
D
geen van Beide

Slide 9 - Quiz

natuurlijke selectie 

Slide 10 - Slide

Hoe ontstaat een nieuwe soort?

  1. Er is variatie (in ander voedsel eten dan gras)
  2. Deze variatie is erfelijke variatie (alle jongen lusten ook ander voedsel)
  3. Er treedt verschil op in natuurlijke selectie (alleen de jongen die ook andere dingen dan gras eten overleven en planten zich voort)
  4. De twee groepen leven geisoleerd van elkaar (ze kunnen niet bij elkaar komen)

Na lange tijd zullen individuen van beide groepen niet meer met elkaar kunnen/willen voortplanten. Er is een nieuwe soort ontstaan.

Slide 11 - Slide

Wat was er eerder: de Kip of het EI?

Slide 12 - Open question

Met welke letters zijn soorten aangegeven die uit soort 1 zijn ontstaan?
A
A, B, C, D, E
B
A, B, C, D
C
A, B
D
C,D

Slide 13 - Quiz


Op de afbeelding hiernaast zie je een vorm van
A
Selectie
B
Natuurlijke selectie
C
Seksuele selectie

Slide 14 - Quiz

Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Herhaling: Als je een 23e paar chromosoom XX is, welke geslacht heb je dan?
A
man
B
vrouw

Slide 16 - Quiz

Bij een mutatie in welk type cellen zijn de gevolgen het grootst?





A
Bij een mutatie in bloedcellen.
B
Bij een mutatie in geslachtscellen.
C
Bij een mutatie in huidcellen.

Slide 17 - Quiz

Morgen deel 2!
Geen huiswerk!!

Slide 18 - Slide

Bij welke deling worden chromosoomparen gescheiden?
A
Mitose
B
Meiose
C
Zowel mitose als meiose
D
Zowel niet in mitose als meiose

Slide 19 - Quiz

Mutagene invloeden vergroten de kans op mutaties (plotselinge verandering in de cel)
Welke mutagene invloed vergroot de kans op huidkanker?
A
Roken
B
Asbest
C
Zonnebaden

Slide 20 - Quiz

Waarvan spreken we als het gaat om het sterkste dier overleeft?
A
Isolatie
B
Natuurlijke selectie
C
Kunstmatige selectie

Slide 21 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van evolutie?
A
Evolutie is een geleidelijke ontwikkeling, waarbij steeds ingewikkelder gebouwde organismen ontstaan.
B
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is het ontstaan van een nieuwe soort, doordat een andere soort uitsterft.
D
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde doordat organismen zich aanpassen aan hun milieu.

Slide 22 - Quiz