1TH Kern Les 26: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Voorlezen: Offerkind
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorlezen: Offerkind

Slide 1 - Slide

Welkom klas 1

Slide 2 - Slide

Deze les...
- Presentiecontrole
- Voorlezen: Offerkind
- Doelen doornemen
- Uitleg theorie persoonsvorm tegenwoordige tijd
- Aan de slag!

Slide 3 - Slide

De lessen
Les 11, blz. 26-27: Meervoudsvormen
Les 12, blz. 28-29: Bijzondere meervoudsvormen
Les 13, blz. 30-31: Hoofdletters
Les 26, blz. 56-57: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Les 27, blz. 58-59: Persoonsvorm verleden tijd
Les 39, blz.
Les 40, blz.
Les 54, blz.
Les 55, blz.
Les 82, blz.
Les 83, blz.

Slide 4 - Slide

Planning:
- Nakijken
- Uitleg spelling
- Oefenen
Doelen
Werkwoordspelling
- Ik kan de persoonsvorm vinden in eenvoudige zinnen.
- Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.

Slide 5 - Slide

De basis
  • Wat is een werkwoord?
  • Vinden van de persoonsvorm.
  • Verschil tussen de stam en de ik-vorm.




Ik-vorm = het werkwoord achter ik

Stam = hele werkwoord -en

Hele WW
Ik-vorm
Stam (vt/vd)
lopen
loop
lop
verhuizen
verhuis
verhuiz
beloven
beloof
belov
wandelen
wandel
wandel

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Werkwoorden geven aan wat er in een zin gebeurt.

De persoonsvorm is een vorm van het werkwoord.
In zinnen met maar één persoonsvorm kun je de persoonsvorm vinden door de zin in een andere tijd te zetten. Óf door de congruentieproef te doen.

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm:
> Mijn broertje maakt zijn huiswerk.
> Mijn broertje maakte zijn huiswerk.

Slide 9 - Slide

Wat is de persoonsvorm?

Mevrouw Bouma kan supergoed voorlezen.

Slide 10 - Open question

Wat is de persoonsvorm?

Iedereen luistert altijd aandachtig.

Slide 11 - Open question

Wat is de persoonsvorm?

Sinds kort dart meneer Klok graag.

Slide 12 - Open question

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Voor de spelling van de persoonsvorm zijn er drie mogelijkheden:
1.  ik-vorm                                  ik loop, teken, word
2. ik-vorm+t                              jij/hij/zij/het/u loopt, tekent, wordt
3. het hele werkwoord        wij/jullie/zij lopen, tekenen, worden

Slide 13 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Let op! Als 'je' of 'jij' achter de persoonsvorm staat, schrijf je de ik-vorm: jij denkt, denk jij? jij vindt, vind jij?

Ezelsbruggetje: als je niet kunt horen of je -d of -dt moet schrijven, vul dan in gedachten het werkwoord 'lopen' in.


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Dus...
ik-vorm                             bij 'ik' en als 'je' of 'jij' achter de pv staat
ik-vorm+t                         bij 'je', 'jij', 'hij', 'zij', 'het' en 'u'
hele werkwoord           bij 'wij', 'jullie' en 'zij'

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De docent ... het dictee voor.
A
lees
B
leesd
C
leest
D
leesdt

Slide 18 - Quiz

... jij je stoel aanschuiven?
A
Wil
B
Wild
C
Wilt
D
Willen

Slide 19 - Quiz

Micha ... later autocoureur.
A
word
B
wordt
C
wort
D
worden

Slide 20 - Quiz

Rowena en Lilian ... de laatste trein.
A
mis
B
mist
C
misdt
D
missen

Slide 21 - Quiz

... jij deze opdrachten moeilijk?
A
Vind
B
Vindt
C
Vint
D
Vinden

Slide 22 - Quiz

Mirjam ... de juiste oplossing.
A
raad
B
raat
C
raadt
D
raden

Slide 23 - Quiz

Jij ... je vast niet meer!
A
vergis
B
vergist
C
vergisdt
D
vergissen

Slide 24 - Quiz

Aan de slag!
MNV Les 26, opdracht 1 t/m 3 blz. 56

Deze opdrachten zijn huiswerk

Slide 25 - Slide