This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Kindlijn
week 16
interactieve les theorie kennistoets 3
Slide 1 - Slide
We gaan jullie kennis testen over de ontwikkeling van de dreumes/ peuter
Slide 2 - Slide
De volgende vragen gaan over de ontwikkeling van de dreumes
Slide 3 - Slide
Welke ontwikkelingen horen bij de dreumes?
Slide 4 - Open question
Jeffrey gaat graag op onderzoek uit in de tuin. Hij krijgt de ruimte om lekker zijn gang te gaan, ook al heeft hij een keer alle bolletjes uit het perkje getrokken om aan zijn speelgoedezel te voeren. Op een dag ziet hij fel rode, giftige besjes aan een struik. Jeffrey schuifelt ernaartoe. Zijn moeder ziet nog net op tijd dat hij een besje in zijn mond wil stoppen! Zij besluit de struik weg te halen en plant een framboos. Door Jeffrey uit te leggen wat ze doet, leert hij het verschil tussen eetbaar en giftig.
Hoort dit bij:
A
Toepassen
B
Imitatie
C
Exploratiedrang
D
Zintuigen ontwikkelen
Slide 5 - Quiz
sleep het woord naar de juiste uitleg
De dreumes doet alles na wat hij (van jou) ziet. Jij leert hem onbewust ‘hoe de wereld werkt’
Door uitproberen leert de dreumes zichzelf én zijn omgeving kennen.
De zintuigen ontwikkelen zich razendsnel, je stimuleert dit door het te laten spelen met bijvoorbeeld zand, water, harde en zachte voorwerpen, licht en geluid.
lichamelijke ontwikkeling
sociale-emotionele ontwikeling
cognitieve ontwikkeling
Slide 6 - Drag question
Hoe kan je zindelijkheid stimuleren?
Slide 7 - Mind map
Vragen over de ontwikkeling van de peuter
Slide 8 - Slide
Welke 6 fases kennen we van de peuter? (2 tot 4 jaar)
Slide 9 - Open question
Welke fase hoort bij deze foto?
Slide 10 - Open question
Het goede antwoord:
magisch denken
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat is magisch denken?
Slide 13 - Open question
Het leren naar de wc te gaan, kan ingewikkeld en eng zijn voor het kind. Bereid hem voor door samen naar het toilet gaat, een potje uit te zoeken en samen te bepalen waar het potje moet staan.
Hoe heet deze fase van de kleuter?
Slide 14 - Open question
Door het groeiende ik-besef ontdekt de peuter dat die anderen kan beïnvloeden. Hij eist vaak de aandacht van zijn omgeving op en kan driftig worden als hij zijn zin niet krijgt. Of hij zal blijven weigeren wat je van hem vraagt. Hij weet inmiddels wat goed en slecht is. Maar hij overziet nog niet waarom en experimenteert hiermee.
Hoe heet deze fase?
A
Differentiatiefase
B
Het middelpunt (sociaal-emotioneel)
C
Anale fase (sensueel)
D
Beweeglijk lijf (motorisch)
Slide 15 - Quiz
Mauro gaat slapen, hij wordt ingestopt en voorgelezen. Als moeder net beneden zit, hoort ze Mauro de trap afkomen. Hij is angstig en vertelt dat er monsters in zijn kamer zitten, hij wil niet meer naar bed terug. Moeder en Mauro gaan samen naar boven. Het raam gaat open en ze verjagen de monsters uit de kast en onder het bed. Het licht op de gang mag aanblijven en de slaapkamerdeur op een kier. Gerustgesteld slaapt Mauro snel in. Bij welke ontwikkeling hoort dit?
A
Sociaal-emotionele ontwikkeling
B
Creatieve ontwikkeling
C
Seksuele ontwikkeling
D
Cognitieve ontwikkeling
Slide 16 - Quiz
Laatste vraag: Wat is animistisch denken?
A
dat het kind leven toekent aan levenloze voorwerpen
B
je bewust zijn van de geldende normen
C
geen onderscheid kunnen maken tussen hun fantasie en de werkelijkheid.
D
De peuter ontwikkelt het besef dat hij een ‘eigen persoon’ is en wil alles zelf doen.