11.1 erfelijkheid en chromosomen

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 85.
Start daarna je laptop op. 
Kijk je opdrachten na, antwoorden it's learning

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 85.
Start daarna je laptop op. 
Kijk je opdrachten na, antwoorden it's learning

Slide 1 - Slide


Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 11.1.
Kun je de leerdoelen hiernaast uitleggen?

Uitleg 
Opdrachten 
Afsluiting 

Leerdoelen 11.1

-Je kunt uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn en wat een fenotype is.

-Je kunt uitleggen waardoor het fenotype bepaald wordt.
-Je kunt uitleggen waar informatie voor je eigenschappen zit.
-Je kunt aan een chromosomenkaart zien of die van een jongen of een meisje is.
-Je kunt uitleggen wat een gen en wat het genotype is.



timer
10:00

Slide 2 - Slide

Welke biologische stof bepaald je erfelijke eigenschappen?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
DNA
D
RNA

Slide 3 - Quiz

Wat is het fenotype?

Slide 4 - Open question

Welke factoren bepalen je fenotype?

Slide 5 - Open question

Hoeveel chromosomen zitten er in een menselijke cel?

Slide 6 - Open question

Hoeveel chromosomenparen komen voor in een menselijke cel?

Slide 7 - Open question

11.1 Eigenschappen en chromosomen
Begrippen:
Eigenschappen=  handen om iets vast te pakken, voeten om te lopen etc.
Erfelijke eigenschappen= eigenschappen die je van je ouders krijgt.
Fenotype= hoe deze eigenschap eruit ziet

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Kan het fenotype veranderen?
Je uiterlijk (fenotype) blijft niet je hele leven hetzelfde. Bijvoorbeeld in de puberteit verander je. 
Ook kun je dit zelf veranderen. 

Slide 12 - Slide

Waar zit de informatie voor je eigenschappen?
In de celkern zitten chromosomen.
Chromosoom bestaat uit een lange opgerolde draad DNA. 
In je DNA zit erfelijke informatie.
DNA bevat jouw bouwbeschrijving. 

Slide 13 - Slide

chromosomenkaart
Van ieder chromosomenpaar krijg je:

1 chromosoom van vader
1 chromosoom van moeder
Geslachtschromosomen bepalen geslacht.
23 paar chromosomen, totaal dus 46 chromosomen

Slide 14 - Slide

Hoe zitten de eigenschappen op de chromosomen?
Voor iedere eigenschap (je oogkleur, je haarkleur etc.) is er een stukje DNA. Zo'n stukje noemen we een gen.
 Eén gen heeft dus de informatie voor één eigenschap.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

11.1  
Maken opdrachten:
 2,3,5,7,8,16,17,19, 20,24

Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets/ (examentraining). In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Na bespreken 
  • We bespreken opdracht 19 en 20

Slide 18 - Slide

Waar kun je het DNA vinden in een cel?

Slide 19 - Open question

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
Is dit Karyogram van een man of een vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
Kan allebei
D
Is niet te zien

Slide 20 - Quiz

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video