5. 5. voornaamwoordelijke bijwoorden die bestaan uit er/hier/daar/waar+voorzetsel
Hieraan waarvoor, erdoorheen, daartegenover
LET OP: de regel geldt niet voor voorzetsels die deel uitmaken van samengestelde werkwoord als inpakken of afhangen
Maak je de surprise op zolder en pak je die daar in? Nou dat hangt ervan af.
Ik neem in deze door mee en stop de surprise daarin (=in de doos).
Het cadeautje lag eerst op tafel, maar het viel ervanaf. (af vallen en niet afvallen (= gewicht verliezen))