H4 p3 de balans van de overheid

De balans van de overheid
Je kunt de financiele balans van de overheid uitleggen 
Je kent het verschil tussen begrotings- en financieringstekort

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De balans van de overheid
Je kunt de financiele balans van de overheid uitleggen 
Je kent het verschil tussen begrotings- en financieringstekort

Slide 1 - Slide

Marktfalen
Er komt een verkeerde prijs tot stand door de markt (vraag en aanbod). 

De prijs van onderwijs is te hoog, onderwijs is positief, dus verlaagt de overheid de prijs van onderwijs. 
Een verkeerde prijs heet marktfalen. (Prijzen van milieu schadelijke producten zijn vaak te laag = marktfalen)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Inleiding
De inkomsten van de overheid bestaan voor het grootste deel uit belastinginkomsten.

Als de overheidsinkomsten kleiner zijn dan de overheidsuitgaven, moet de overheid lenen. Dit verschil heet het financieringstekort. De staatsschuld neemt hierdoor toe. 

Slide 4 - Slide

Uitgaven: Structureel/incidenteel

Structureel --> Uitgaven die jaarlijks terugkomen: Onderwijs, defensie, gezondheidszorg, infrastructuur ...

Incidenteel --> Opvang asielzoekers, coronasteun, hulp aan Oekraine

Slide 5 - Slide

Inkomsten en uitgaven overheid
Wat zijn de grootste inkomstenbronnen van de overheid?

Wat zijn de grootste uitgavenposten?

Slide 6 - Slide

Inkomsten
Directe belastingen (Gaat direct naar overheid, betaal je zelf)
- Inkomstenbelasting
-Erfbelasting
- Vennootschapsbelasting 
Indirecte belastingen: (Betaling zit in prijs)
- Btw, Accijns
- Milieubelasting

Slide 7 - Slide

Gespreide belasting beter voor overheid
Leren: 2x een belasting van €0,50 in 2 periodes levert de overheid meer geld op dan 1x een belasting van €1,-


En ik ga jullie lekker niet uitleggen waarom. 

Slide 8 - Slide

Begrotingstekort/Financieringstekort
Overzicht overheid:

totale inkomsten € 250 mld
totale uitgaven € 270 mld
incl. aflossingen € 5 mld
De overheid komt dus een bedrag van € 20 mld. tekort. Dat bedrag moeten geleend worden (op de kapitaalmarkt). Dit noemen we het begrotingstekort.

Slide 9 - Slide

Schuld stijgt met....
Tekort = 20 miljard
Echter wordt er 5 miljard afgelost

Schuld stijgt dus met 15 miljard = financieringstekort

Geld lenen door uitgeven staatsobligatie --> Lening aan de overheid

Slide 10 - Slide

Staatsschuldquote
De staatsschuldquote is staatsschuld als percentage van het nationaal inkomen.

Slide 11 - Slide

Stabiliteitspact 
Afspraken in EU dat de tekorten niet te groot mogen worden :
Begrotingstekort: Elk jaar maximaal 3% van het BBP
Staatsschuld: Maximaal 60% van het BBP

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Maken 
Par 3 opdracht 4, 6, 7 en 8

Par 4 opdracht 1 t/m 4
Par 5 opdracht 2, 4 en 5

Slide 14 - Slide