Werkwoordsvormen

1 / 16

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Ik herken in welke tijd een werkwoord staat
Ik ken het verschil tussen indicatief, imperatief en conjunctief
Ik herken de lijdende en de bedrijvende vorm
Ik ken het verschil tussen pv, infinitief, voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord
Ik ken het verschil tussen een zelfstandig ww, hulpww en een koppelww

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke werkwoordstijden ken je?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Noteer de tijd van de zin:
Heeft u al eens een kijkje genomen op
ING.nl/rentebijschrijving?

Slide 13 - Open question

Noteer de tijd van de zin:
In het volgende overzicht ziet u uw saldo.

Slide 14 - Open question

Noteer de tijd van de zin:
Zou je niet eens aan je huiswerk beginnen?

Slide 15 - Open question

Noteer de tijd van de zin:
Had je de tijd van de vorige zin goed
genoteerd?

Slide 16 - Open question

Werkwoordsvormen

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Open question

More lessons like this

Werkwoordsvormen

werkwoordstijden ott, ovt, vtt en vvt

2LAT week 14

2LAT week 22

Taaltrap 18-2 Het verkeer

h4 taalverzorging les 2

Deel 2 - Verleden Tijd to have & to be

Spelling de infinitief en het voltooid deelwoord