werkwoorden

Werkwoordspelling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 7

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Groep 6: Werkboek blok 4, week 2, les 1 
Maak opdracht 1
Klaar? Kijk alvast naar opdracht 2 en 3
(Als je er niet uitkomt kijk je verder)


Groep 7: werkboek blok 4, week 2, les 1


Slide 2 - Slide

Je weet wanneer een zin in de tt of in vt staat.
Je kunt het werkwoord in de goede vorm in de zin zetten.
Leerdoelen in deze les:

Slide 3 - Slide

Weet je nog?
Rennen - Wat is de laatste letter van het hele werkwoord zonder -en?
Staat deze letter in 't kofschip-x?
Nee? Ik schrijf stam +de(n)
Ja? Ik schrijf stam +te(n)

Slide 4 - Slide

Werkwoorden

Slide 5 - Mind map

De garagehouder [verkopen].................................... mijn vader een kapotte uitlaat. TT
A
verkopen
B
verkoopt
C
verkocht
D
verkoop

Slide 6 - Quiz

Kippen en eenden [leggen]........................................ witte eieren. TT
A
legden
B
leg
C
leggen

Slide 7 - Quiz

De agent [geven]........................................ mij een bekeuring. VT
A
geefte
B
gaf
C
geeft
D
gief

Slide 8 - Quiz

De bakker [bakken]........................................ het brood in de nieuwe oven. VT
A
bakte
B
bakkte
C
bakde
D
bakden

Slide 9 - Quiz

Groep 6: Werkboek blok 4, week 2, les 1 
Samen kijken naar opdracht 2 en 3
Klaar? Bezig met je weektaak of stillezen


Groep 7: werkboek blok 4, week 2, les 1
Maak opdracht 1 en 3
Klaar? Bezig met je weektaak of stillezen


Slide 10 - Slide