Les 38

Huiswerkbespreking
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Huiswerkbespreking

Slide 1 - Slide

Opdracht 5 (blz. 262)
1. Noteer de PV
2. Geef aan of de zin enkelvoudig (E) of samengesteld (S) is.
3. Geef van de samengestelde zinnen aan of de zin bestaat uit een H+H of H+B of B+H

Slide 2 - Slide

1. Toen bij het café het alarm afging, kwam bij de meldkamer van de politie een melding van een inbraak binnen.

                             
                               OVERSLAAN

Slide 3 - Slide

2. Een getuige had inmiddels doorgegeven dat hij drie inbrekers gezien had.

Slide 4 - Slide

3. De politie ging vanuit verschillende richtingen op weg naar het café en hield een tegemoetkomende auto aan.

Slide 5 - Slide

4. Na onderzoek werden de inzittenden van de auto door de politie gearresteerd.

Slide 6 - Slide

5. In het café was de gokkast opengebroken, maar de schade viel nogal mee.

Slide 7 - Slide

6. De politie trof in de buurt veel munten aan, die de inbrekers hadden verloren.

Slide 8 - Slide

Opdracht 6 (blz. 262)
Noteer het eerste en het laatste woord van de bijzinnen en benoem de bijzin: ow-zin, lv-zin, mv-zin of bwb-zin.

Slide 9 - Slide

1. Omdat Bart geen andijvie lust, krijgt hij broccoli.

Slide 10 - Slide

2. Wie als eerste op mijn verjaardagsfeest komt, beloof ik het grootste stuk.

Slide 11 - Slide

3. Heb jij ook gehoord wat jouw klasgenoot over Quirine vertelden?

Slide 12 - Slide

4. Voordat we naar de kermis mogen, moeten we onze kamers opruimen.

Slide 13 - Slide

5. Wat Nicole in de etalage ziet liggen, wil ze meteen kopen.

Slide 14 - Slide

6. Wie goed kan zingen, mag straks optreden.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Huiswerk over bijvoeglijke bijzin
Opdracht 1, 2 en 3 op blz. 28 en 29

Slide 17 - Slide

Opdracht 1
Noteer van elke zin:
- de bijvoeglijke bepalingen
- de bijvoeglijke bijzinnen

Slide 18 - Slide

1. Meisjes die nagelbijten schijnen lang niet altijd zenuwachtig te zijn.

Slide 19 - Slide

2. Er zijn veel jongeren die sparen voor de allernieuwste Iphone.

Slide 20 - Slide

3. Met groot geduld wist de tandarts de patiënten die angstig waren, gerust te stellen.

Slide 21 - Slide

4. Je moet voor deze opleiding, die slechts een jaar duurt, een peperdure laptop aanschaffen.

Slide 22 - Slide

5. Heb je niet vergeten de opdracht voor beeldende vorming op tijd in te leveren?

Slide 23 - Slide

6. De zon, die vandaag volop schijnt, trekt veel mensen naar het terras in de binnenstad.

Slide 24 - Slide

Opdracht 2
In de onderstaande zinnen zijn de bijzinnen onderstreept. Geef aan of ze een zinsdeel of een zinsdeelstuk zijn.

Slide 25 - Slide

1. In een krantenbericht stond laatst geschreven dat de hbs een echt goede school was.

Slide 26 - Slide

2. Toen ik zaterdagmorgen in de stad was, zag ik Jims vader die een mooie bos bloemen kocht.

Slide 27 - Slide

3. Alleen zij die een officieel kaartje hadden gekocht, werden toegelaten tot het concert van U2.

Slide 28 - Slide

4. Wist je dat biologisch perensap helemaal niet zo duur is?

Slide 29 - Slide

5. De leerlingen die uitblinken bij de gymlessen, winnen dikwijls als er een sporttoernooi plaatsvindt.

Slide 30 - Slide

6. Wie geen zin heeft om mee te gaan naar het feestje dat Ian organiseert, moet maar thuisblijven.

Slide 31 - Slide

Opdracht 3
Benoem de bijzinnen van opdracht 2:

ow-zin
lv-zin
mv-zin
bwb-zin
bijv. bijzin

Slide 32 - Slide

1. In een krantenbericht stond laatst geschreven dat de hbs een echt goede school was.

Slide 33 - Slide

2. Toen ik zaterdagmorgen in de stad was, zag ik Jims vader die een mooie bos bloemen kocht.

Slide 34 - Slide

3. Alleen zij die een officieel kaartje hadden gekocht, werden toegelaten tot het concert van U2.

Slide 35 - Slide

4. Wist je dat biologisch perensap helemaal niet zo duur is?

Slide 36 - Slide

5. De leerlingen die uitblinken bij de gymlessen, winnen dikwijls als er een sporttoernooi plaatsvindt.

Slide 37 - Slide

6. Wie geen zin heeft om mee te gaan naar het feestje dat Ian organiseert, moet maar thuisblijven.

Slide 38 - Slide

Bekijk de zinnen en kijk of er een bijvoeglijke bepaling of bijvoeglijke bijzin in zit.

Slide 39 - Slide

Bijvoeglijke bijzin = die een 10 hebben gehaald --> leerlingen
Voorbeeld:

De leraar geeft de beloning aan de leerlingen die een 10 hebben gehaald. 

Slide 40 - Slide

De zenuwachtige man moet straks presenteren.

Slide 41 - Open question

De man die zenuwachtig is, moet straks presenteren.

Slide 42 - Open question

Ik zag gisteren een omaatje dat boodschappen deed.

Slide 43 - Open question

De vaas die vorige week is gestolen, heeft politieagent teruggevonden.

Slide 44 - Open question


De eigenaar zal een beloning geven aan de persoon die met de gouden tip komt.

Slide 45 - Open question

De politiegent heeft de gestolen vaas teruggevonden.

Slide 46 - Open question

Toen ik zaterdagavond in de stad was, zag ik een

aantal jongens die roze bivakmutsen droegen.

Slide 47 - Slide