Poëzie

Poëzie

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Poëzie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Inhoud
definitie
kenmerken
soorten
rijmschema

Slide 3 - Slide

letterkunde 
Bij letterkunde hebben we altijd te maken met teksten.
Deze teksten kunnen we indelen in drie groepen:

1. proza (tekst geschreven in de vorm van gewone spraak)
alles wat met verhalen te maken heeft
2. poëzie (gedichten)
3. toneelteksten

Slide 4 - Slide

Waar denk jij aan bij het woord 'poëzie'?

Slide 5 - Mind map

Gedichten
De regel wordt niet vol  gemaakt. 
Een regel bestaat vaak maar uit een aantal woorden of zelfs maar één woord.
Er zijn veel soorten gedichten wat betreft de inhoud.
 Gedichten lijken wel wat op proza, omdat ze op een verhaaltje lijken.

Slide 6 - Slide

Kenmerken
* Lijken op proza, omdat ze op een verhaaltje lijken.  
* Het kan zijn dat ze rijmen, maar dat hoeft niet . 
* De dichter is vrij is in het gebruik van hoofdletters en leestekens. De schrijver kan ze ook helemaal weg laten.
Vaak staan er  geen punten in 

Slide 7 - Slide

kenmerken
bladspiegel
De regels worden niet vol gemaakt.
tekst
Er wordt gebruik gemaakt van rijm.
hoodfletters en leestekens
De schrijver is vrij in gebruik hiervan.

Slide 8 - Slide

soorten
'nonsense'-gedicht
visueel gedicht
sonnet
puntdicht
limerick
klankgedicht
Elfje

Slide 9 - Slide

'nonsense'-gedicht
gaat nergens over

Slide 10 - Slide

visueel gedicht

Slide 11 - Slide

sonnet
vorm
twee strofen van vier regels
twee strofen van drie regels
rijmschema
ABBA ABBA CDC DCD

Slide 12 - Slide

puntdicht
kort gedicht
kenmerken
zet aan tot denken
kritisch of ironisch

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Grafschrift
Onder de puntdichten worden ook de zogenaamde grafschriften gerekend. 

Ze zijn meestal nogal geestig/grappig

Slide 15 - Slide

Voorbeeld grafschrift
Hier ligt Poot

Hij is dood

Slide 16 - Slide

Voorbeeld grafschrift
Ik was al niet zo'n soepel wijf,

maar nu ben ik helemaal stijf

Slide 17 - Slide

limerick
kenmerken
bestaat uit vijf regels
eerste regels eindigt op een plaatsnaam
beschrijft een grappige situatie
eindigt met een verrassende opmerking

Slide 18 - Slide

Kenmerken 
- De eerste regels eindigen meestal met een plaatsnaam;

- het gedicht beschrijft een grappige situatie;

- het eindigt met een verrassende slotopmerking, de pointe


Slide 19 - Slide

RIJMSCHEMA
Een veel voorkomend rijmschema is 
:
ABBA ABBA CDC DCD (of CDE CDE). 

Op het rijmschema en alle andere kenmerken van een sonnet zijn vele variaties mogelijk.

Slide 20 - Slide

Kenmerken 
- het rijmschema is AABBA 
(De regels 1, 2 en 5 rijmen op elkaar en er is een ander rijm tussen de kortere regels 3 en 4). 

Vooral gebruikt voor pikante satirische anekdotes.

Slide 21 - Slide

rijmschema
AA BB CC DD --> gepaard rijm
AAAA --> slagrijm
ABBA --> omarmend rijm
ABAB --> gekruist rijm
rijmschema's herkennen in een gedicht op PTA

Slide 22 - Slide

beginrijm of eindrijm
rijmschema
de voorgaande rijmschema's waren allen voorbeelden van eindrijm. De woorden klinken hetzelfde aan het eind.
beginrijm
Dit noemen we ook wel alliteratie.
Opeenvolgende woorden beginnen met dezelfde klank.
De Postkoetskoetsier Poetst de Postkoets met Postkoetsen Poets

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link