Studievragenlijst

Mentorles: Hoe leer jij?
  • Geef eerlijk antwoord
  • Kies altijd maar 1 antwoord
  • Je antwoord kan nooit fout zijn


1 / 35
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Mentorles: Hoe leer jij?
  • Geef eerlijk antwoord
  • Kies altijd maar 1 antwoord
  • Je antwoord kan nooit fout zijn


Slide 1 - Slide

Tijdens het leren heb ik de radio/tv/muziek aanstaan waarin ook af en toe Nederlands gesproken of gezongen wordt.
A
nooit
B
soms
C
vaak
D
Anders

Slide 2 - Quiz

Op de plaats waar ik mijn huiswerk maak, word ik vaak afgeleid door spullen die me meer interesseren dan mijn huiswerk.
A
waar
B
niet waar
C
Ja
D
Nee

Slide 3 - Quiz

Als ik woordjes uit mijn hoofd leer schrijf ik...
A
ze bijna nooit op
B
De voor mij moeilijke woordjes direct op
C
Schrijf ik alle woordjes op
D
Typ ik ze over

Slide 4 - Quiz

Als ik voor twee uur huiswerk op heb, onderbreek ik mijn huiswerk met een korte pauze.
A
meestal
B
soms
C
bijna nooit
D
Bijna alleen maar pauze

Slide 5 - Quiz

Als ik thuis ben dan gebruik ik een woordenboek als ik de betekenis van een woord niet zeker weet.
A
nooit
B
soms
C
meestal
D
Nee ik Google

Slide 6 - Quiz

Als ik thuis iets uit mijn hoofd moet leren
A
Doe ik het zachtjes voor mezelf
B
leer ik hardop
C
Leer ik stil
D
Anders

Slide 7 - Quiz

Bij het lezen van deze vragen beweeg ik mijn lippen op en neer
A
waar
B
niet waar
C
Weet niet
D
Zal eens vragen

Slide 8 - Quiz

Ik noteer elke dag mijn huiswerk nauwkeurig in mijn agenda
A
soms ook niet
B
meestal
C
altijd
D
Moet ik beter doen

Slide 9 - Quiz

Ik kijk elke dag in Magister naar het huiswerk
A
nooit
B
meestal
C
altijd
D
soms wel soms niet

Slide 10 - Quiz

Als ik een tekst uit mijn hoofd moet leren
A
Besteed ik alle tijd aan het overlezen
B
Besteed ik ook een gedeelte van de tijd aan het overhoren van mezelf
C
laat ik me ook overhoren door iemand anders
D
Weet ik niet hoe dat moet

Slide 11 - Quiz

Op sommige dagen besteed ik veel tijd aan mijn huiswerk, op andere dagen weinig.
A
waar
B
niet waar
C
Weet ik niet
D
Anders

Slide 12 - Quiz

Als ik een niet te groot proefwerk op krijg
A
Spreid ik het meestal over 2 of meer dagen
B
Leer ik het meestal in 1 dag
C
Weet ik niet
D
Moet ik nog leren

Slide 13 - Quiz

Ook al heb ik mijn huiswerk de dag tevoren goed geleerd, toch kijk ik het een tijdje daarna nog even vlug over.
A
bijna nooit
B
soms
C
bijna altijd
D
Nooit

Slide 14 - Quiz

Als ik een proefwerk terug krijg
A
Bekijk ik de fouten altijd erg nauwkeurig
B
Lees ik de fouten nog even over
C
Kijk ik naar het cijfer, minder naar de fouten
D
kijk ik er helemaal niet naar

Slide 15 - Quiz

Bij het lezen van een regel in een boek, beweeg ik mee met mijn hoofd
A
ja
B
nee
C
Weet ik niet
D
Ga ik proberen

Slide 16 - Quiz

Vanaf de plaats waar ik meestal mijn huiswerk maak
A
Kan ik de TV alleen horen
B
Kan ik de TV ook zien
C
Kan ik de TV niet horen of zien.
D
Zit ik midden in de huiskamer

Slide 17 - Quiz

Er zegt wel eens iemand tegen me: “Je moet netter werken.”
A
nooit
B
soms
C
vaak
D
?

Slide 18 - Quiz

Ik weet hoe ik een woordenboek moet gebruiken
A
niet zo goed
B
zo ongeveer
C
goed
D
Nog niet

Slide 19 - Quiz

Als ik een boek lees, wijs ik de regel aan met mijn vinger
A
meestal
B
nooit
C
soms

Slide 20 - Quiz

Ik weet precies hoe ik een atlas moet gebruiken
A
niet zo goed
B
zo ongeveer
C
goed
D
Nog niet

Slide 21 - Quiz

Als ik van school thuis kom
A
Begin ik meestal meteen, zonder te pauzeren, aan mijn huiswerk
B
Begin ik na een korte pauze aan mijn huiswerk
C
Duurt het nog wel even, voor ik aan mijn huiswerk begin
D
Anders

Slide 22 - Quiz

Als ik huiswerk opkrijg begin ik, wanneer mogelijk, bijna altijd met leren
A
Een paar dagen voor ik het moet kennen
B
Op de dag voor ik het moet kennen
C
In 2 keer
D
Elke dag

Slide 23 - Quiz

Lessen die we al een tijdje geleden hebben gehad
A
Neem ik alleen vlak voor een proefwerk nog door
B
Neem ik tussentijds nog wel eens door
C
Neem ik nooit door
D
Zet ik in samenvatting

Slide 24 - Quiz

Waar maak je je huiswerk?

Slide 25 - Mind map

Als ik thuis een boek lees, doe ik dat hardop
A
vaak
B
soms
C
nooit
D
Ik lees niet

Slide 26 - Quiz

Als ik aan mijn huiswerk begin, stel ik van tevoren vast, hoeveel tijd ik ongeveer aan elke vak zal besteden.
A
(bijna) altijd
B
soms
C
nooit
D
Doe ik nog niet

Slide 27 - Quiz

Bij het maken van mijn huiswerk
A
Begin ik met het moeilijkste
B
Begin ik met het makkelijkste
C
Doe ik moeilijke vakken en makkelijke vakken door elkaar
D
Neem ik de volgorde van de vakken zoals ze in mijn agenda staan

Slide 28 - Quiz

Ik heb wel eens fouten gemaakt bij een bij het huiswerk, alleen maar omdat ik de opdracht niet goed gelezen had.
A
Bijna nooit gebeurd
B
Een paar keer gebeurd
C
Gebeurt vrij vaak
D
Anders

Slide 29 - Quiz

Waar maak jij je huiswerk?

Slide 30 - Mind map

Ik laat me vaak door anderen overhoren
A
waar
B
niet waar
C
D

Slide 31 - Quiz

Woordjes leren doe ik zo:

Slide 32 - Open question

34.Ik gebruik de atlas, behalve voor het vak Aardrijkskunde, ook wel eens om dingen voor een ander vak op te zoeken
A
vaak
B
soms
C
nooit

Slide 33 - Quiz

.k besteed bijna elke lesdag zowel ’s middags als ’s avonds enige tijd aan het maken van mijn huiswerk.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Mijn tip bij het leren:

Slide 35 - Open question