Lezen Blok 1, 2havo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lezen Blok 1

Lesdoelen: 

Herhalen theorie leerjaar 1

Het herkennen van verschillende soorten publiek

Welke tekstdoelen ken je nog?

De 6 tekstdoelen:

1. Informeren

2. Uitleg geven

3. Mening laten vormen

4. Overtuigen

5. Overhalen/activeren

6. Amuseren

Welke is fout?
"Het onderwerp van een tekst..

1. ..geeft aan waar de tekst over gaat."
2. ..bestaat uit een woord of een woordgroep."
3. ..bestaat uit een volledige zin."
4. ..vind je door te kijken naar de titel, de eerste alinea, tussenkopjes en plaatjes."

Teksten kun je in stukjes verdelen.
De meeste teksten bestaan uit een:

1. ..tekstdoel, tekstsoort en onderwerp.
2. ..titel, bron en hoofdgedachte.
3. ..begin, alinea en eindstuk.
4. ..inleiding, middenstuk en slot.

Teksten bestaan uit een:

1. Inleiding.

2. Middenstuk.

3. Slot.

4 manieren die worden gebruikt om een tekst in te leiden:

1. Onderwerp aankondigen.

2. Een kort, grappig of bijzonder verhaal vertellen.

3. Een of meer vragen stellen.

4. De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen.

Een schrijver kan op 3 manieren zijn tekst afsluiten. Welke hoort er niet bij?

1. Een samenvatting geven.
2. Een conclusie geven.
3. Een anekdote vertellen.
4. Een advies geven.

Koppen die niet bovenaan de pagina staan, maar verspreid door een tekst tussen alinea's noem je:

1. Titels
2. Bronnen
3. Tussenkopjes
4. Middenkopjes

3 leesmanieren:

1. Oriënterend/verkennend lezen (je kijkt naar het ow en het tekstdoel om te besluiten of je verder wilt lezen).

2. Globaal lezen (je leest de belangrijkste informatie uit de tekst).

3. Grondig/intensief (je wilt alles begrijpen).

Hoe lees je een tekst als je wilt besluiten of je verder wilt lezen?

1. Grondig/intensief
2. Oriënterend
3. Globaal
4. Besluitend

Hoe lees je een tekst als je alles heel goed wilt begrijpen?

1. Grondig/intensief
2. Oriënterend
3. Globaal
4. Lezend

Hoe lees je een tekst als je de belangrijkste informatie uit een tekst wilt halen?

1. Grondig/intensief
2. Oriënterend
3. Globaal
4. Kijkend