T1: Voorbereiding leesvaardigheid

Voorbereiding leestoets
  1. leesstrategieën (globaal, gericht, intensief)
  2. woordenschat (onbekende woorden / veel voorkomende woorden)
  3. leesopdrachten
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorbereiding leestoets
  1. leesstrategieën (globaal, gericht, intensief)
  2. woordenschat (onbekende woorden / veel voorkomende woorden)
  3. leesopdrachten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Leesstrategieën
  • globaal lezen : vlot door de tekst om hoofdlijnen te begrijpen
  • gericht lezen : op zoek gaan naar specifieke informatie (getallen, openingstijden, prijzen e.d.)
  • intensief lezen : tekst/alinea zo goed lezen dat je alle details begrijpt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2A. Onbekende woorden / woordenboek 
Wat kan helpen?

  • lijkt het op een woord uit een andere taal 
  • deel van het woord 
  • context

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Was bedeutet das Wort Ärmel in :
Die Ärmel sind lang?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

bügeln: Ich habe gestern gewaschen und muss die Wäsche jetzt noch bügeln.

Slide 5 - Open question

Gestern; dus niet ophangen/drogen. 
Umtauschen: Die Hose habe ich gestern gekauft, aber sie ist doch zu klein. Ich möchte sie umtauschen.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

naschen: Die Kinder naschen gerne Süßigkeiten.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

gesiezt und geduzt: Werden Großeltern in den Niederlanden gesiezt oder geduzt?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

ähnlich: Die Schwestern sehen sich ähnlich.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Mangel: Der Mangel an Medikamenten gegen Malaria verursachte große Probleme.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

2B. Veel voorkomende woorden
  • basiswoordenschat
  • structuurwoorden
  • signaalwoorden incl. verbanden
  • veelvoorkomende examenvragen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vertaal:
Absatz

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:
Zeile

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:
Ergänzung

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Vertaal:
derzeit
A
toen
B
in die tijd
C
momenteel
D
in de toekomst

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal:
Bestätigung
A
bevestiging
B
bevinding
C
argumentatie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal:
Einschränkung
A
aanvulling
B
beperking
C
verklaring

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Verband:
obwohl
A
opsomming
B
toelichting
C
tegenstelling
D
vergelijking

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Verband:
kurz
A
samenvatting
B
conclusie
C
oorzaak-gevolg
D
vergelijking

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vertaling:
statt
A
staat
B
:
C
als
D
in plaats van

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Vertaling:
also
A
ook
B
dus
C
indien
D
zo

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

in het geval dat
opdat
met name
zoals
falls
damit
zumal
wie

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

nämlich
daher
immerhin
zumal
zusätzlich
daarnaast
vandaar
in ieder geval
namelijk
vooral

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Welk signaalwoord geeft een beperking aan?
A
je.. desto
B
nämlich
C
nur
D
jedenfalls

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

übrigens (overigens)
(welke functie?)
A
uitbreiding
B
tegenstelling
C
extra info
D
gevolg

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Ben ik inmiddels klaar voor de woordjestoets?
Ja, helemaal
Nee, nog helemaal niet
Af en toe nog kleine puntje op de i

Slide 26 - Poll

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welke twee verklaringen geeft het “Oberlandesgericht” voor het feit dat het in de tekst genoemde bruidspaar geen schadevergoeding krijgt?
timer
5:00

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De tekst noemt twee nadelen van de traditionele wastechniek van jeans. Met welke twee zelfstandige naamwoorden worden deze nadelen aangeduid?
Citeer beide betreffende woorden.
timer
3:00

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welche Ergänzung passt in die Lücke im letzten Satz? (21)
timer
3:00
A
entfernen
B
fixieren
C
vermischen
D
verstärken

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Was ist laut Josef Kraus das Kernproblem bei der Vereinheitlichung des
Abiturs?
timer
3:00
A
Der Stoff wird allgemeiner, dadurch fallen regionale Besonderheiten weg.
B
Die Anforderungen an das Abitur variieren zwischen den unterschiedlichen Bundesländern zu stark.
C
Ein Zentralabitur bietet immer noch zu viel Bewertungsspielraum bei der Korrektur.
D
Es ist unmöglich, bundesweit genügend Prüfungsaufgaben zu entwickeln.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

NICHT vergessen
- nimm dein eigenes Wörterbuch mit
- es gibt die Möglichkeit um einen zusätzlichen Punkt für die Prüfung zu bekommen (spätestens die nächste Stunde)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions