herhaling vorige les (bez.vnw)
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets of iemand is. Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als: jouw, uw, mijn, zijn, haar, mijne, zijne, ons, onze, etc.
Een bez.vnw kun je verangen door een naam, je hoort dan een S achter de naam.
Heb je zijn schrift meegenomen?
Heb je Peters schrift meegenomen?
Heeft de monteur jullie auto gerepareerd?
Heeft de monteur Paul en Peters auto gerepareerd?