Je kunt:
1. De leerdoelen van sprint 1 & 2 uitleggen en beantwoorden.
2. Tijdvak 5 & 6 en de bijbehorende kenmerkende aspecten, begrippen, gebeurtenissen en personen.
a. Uitleggen wat absolutisme is en hoe vorsten in de 16e en 17e eeuw streefden naar absolute macht.
b. Uitleggen wat het verband is tussen centralisatie (tijdvak 4) en absolutisme.
c. Uitleggen waarom de Nederlandse Republiek in de 16e en 17e eeuw een bijzondere plaats innam in staatkundig (politiek) opzicht.
d. Uitleggen waarom de Nederlandse Republiek in de 16e en 17e eeuw een bijzondere plaats innam in economisch en cultureel opzicht.
e. Uitleggen waarom we de 17e eeuw de Gouden Eeuw noemen voor de Nederlandse Republiek.
f. Uitleggen hoe het wereldwijde handelskapitalisme en de wereldeconomie in de 16e en 17e eeuw ontstond en hoe dat verband houdt met de ontdekkingsreizen (tijdvak 5) en de Gouden Eeuw (tijdvak 6).
g. Uitleggen wat de wetenschappelijke revolutie inhield en hoe die verband houdt met de Gouden Eeuw (tijdvak 6) en de Renaissance (tijdvak 5).