REGELS:
1. Gebruik 5 – 7 woorden per zin
2. Verboden woorden: Leuk, goed, mooi, lief, stom, gaaf, traan, verdriet
3. Gebruik de woorden uit je voorbereiding
4. NIET RIJMEN
FORMAT GEDICHT:
TITEL
1. Een zin met daarin een omcirkeld woord
2. Een zin met daarin een ding
3. Een zin met daarin een beweging
4. Een zin met daarin een geluid
5. Een zin met daarin een omcirkeld woord
6. Een zin met daarin een eigenschap
7. Een zin met daarin een ingrediënt
8. Een zin met daarin een omcirkeld woord