klas 2TL - bij Hfd. 1 - uitleg de vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord

het bijvoeglijk nw. 
- vorm en plaats van 
   het bijvoeglijk naamwoord
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

het bijvoeglijk nw. 
- vorm en plaats van 
   het bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

't bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
 bv. : leuke, aardige, lieve, stomme, luie, idiote, schattige, enz.  

Slide 2 - Slide

de vorm van 't bijvoeglijk naamwoord
Het bijv. nw. in het woordenboek, is de vorm die mannelijk e.v. is.
Om het vrouwelijk te maken, moet je daaraan een E toevoegen. Het meervoud maak je door er een S achter te zetten. Als een woord vrouwelijk meervoud is, hoort er ES bij.

bv. :   le garçon idiot          (mnl e.v.)
           la fille idiote              (vrl. e.v.)
           les garçons idiots   (mnl. mv)
           les filles idiotes        (vrl m.v.)

Slide 3 - Slide

mnl. ev.
vrl. ev.
mnl. mv.
vrl. mv.

-

+ e

+ s

+ es
bv.:
klein = 
petit


petit


petite


petits


petites

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

bijzondere vormen (I) :
mnl.  ev. 
vrl. ev. 
mnl. mv. 
vrl. mv. 
goed
bon
bonne
bons
bonnes
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 6 - Slide

bijzondere vormen (I) :
mnl ev. 
vrl. ev.
mnl. mv. 
vrl. mv.
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles
verliefd
amoureux
amoureuse
amoureux
amoureuses
woedend
furieux
furieuse
furieux
furieuses
nieuws-gierig
curieux
curieuse
curieux
curieuses

Slide 7 - Slide

bijzondere vormen (II) :
mnl ev. 
vrl. ev.
mnl. mv. 
vrl. mv.
lekker
bon
bonne
bons
bonnes
dik
gros
grosse
gros
grosses
wit
blanc
blanche
blancs
blanches
lang
long
longue
longs
longues
eerste
premier
première
premiers
premières
laatste
dernier
dernière
derniers
dernières

Slide 8 - Slide

de plaats van 't bijvoeglijk naamwoord

In het Frans is het normaal om de bijvoeglijk naamwoorden ACHTER het zelfstandig naamwoord te plaatsen.  bv:

de moderne school      =      l’école moderne
de aardige leraar            =     le professeur sympathique
de geweldige leerling  =     l’élève formidable

Slide 9 - Slide

 VOOR het zelfst. nw.  komen: 
beau - bon - joli
haut - long - petit
jeune - vaste - grand
vieux - mauvais - méchant
autre - nouveau - gros

Slide 10 - Slide

vertaling:
mooi - lekker - leuk
hoog - lang - klein
jong - enorm - groot
oud - slecht - stout
ander - nieuw - dik

Slide 11 - Slide

Compris? (= begrepen?)
> heb je het begrepen?
( kijk anders nog even terug...)
en dan gaan we nu een paar vraagjes doen:

Slide 12 - Slide

J'ai un ......... (klein) frère.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 13 - Quiz

Tu as une ........... (klein) soeur.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 14 - Quiz

Max a deux ....... (kleine) frères.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 15 - Quiz

Lex a deux ...... (kleine) soeurs.
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 16 - Quiz

des .... voitures
des ..... footballeurs
une ... table
un ..... bureau
grand
grande
grands
grandes

Slide 17 - Drag question

des cabriolets ...
des voitures ...
une voiture ...
un cabriolet ...
vert
verte
verts
vertes

Slide 18 - Drag question