Dans - les 5

Dans
les 5 - VWO 6
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ArtSecondary Education

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dans
les 5 - VWO 6

Slide 1 - Slide

Heb je je huiswerk gemaakt?
Huiswerk??? Kun je dat eten?
Ik wilde wel, maar toen... Nee
Ja, ik ben ermee begonnen
Ja, ik heb alles gemaakt

Slide 2 - Poll

Wat weet je nog van de vorige les

Slide 3 - Mind map

1. Welke invloeden zijn te horen in Caraïbische muziek?
A
Afrikaanse
B
Indiaanse
C
Europese
D
Russische

Slide 4 - Quiz

2. Welke invloeden zijn te horen in Latijns Amerikaanse muziek?
A
Afrikaanse
B
Indiaanse
C
Europese
D
Russische

Slide 5 - Quiz

3. Hoe kwamen nationalistische gevoelens tot uiting in de muziek?
A
Door het introduceren van elektronische muziekstijlen.
B
Door het gebruik van volksmelodieën
C
Door het gebruik van traditionele instrumenten.
D
Door het aanpassen van andere muziek tot een eigen stijl

Slide 6 - Quiz

4. Wat is de band tussen Chopin en Curaçao?
A
Chopin's muziek is populair op Curaçao
B
Curaçaose muziek heeft Chopin beïnvloed
C
Chopin componeerde muziek geïnspireerd door Curaçao
D
Chopin woonde op Curaçao

Slide 7 - Quiz

5. Wat is kenmerkend voor de calypso muziek?
A
Ritmisch en levendig
B
Religieus en spiritueel
C
Maatschappijkritisch en humoristisch
D
Politiek en agressief

Slide 8 - Quiz

6. Hoe komt de rastafari levensbeschouwing terug in reggae?
A
De teksten benadrukken vaak spiritualiteit, gelijkheid en sociale rechtvaardigheid.
B
Reggae teksten gaan meestal over oppervlakkige onderwerpen.
C
Rastafari levensbeschouwing heeft geen invloed op reggae teksten.
D
Reggae muziek is voornamelijk gericht op commercieel succes.

Slide 9 - Quiz

7. Verklaar de relatie tussen Son en Salsa.

Slide 10 - Open question

8. Wat zijn overeenkomsten tussen tambu en tumba?
A
Beiden worden gespeeld op drums en gitaren.
B
Beiden zijn nooit verboden geweest
C
Beide komen uit Afrika en hebben 2/4 maat
D
Beide staan los van de geschiedenis van Curacao

Slide 11 - Quiz

2. Wat is geen verschil tussen tambu en tumba?
A
Tambu is kritisch, Tumba niet
B
Tambu wordt rond de jaarwisseling gespeeld, Tumba met Karnaval
C
Tambu hoort bij Seu, Tumba is de nationale muziek
D
Tambu is 3/4 maat, Tumba 2/4 maat

Slide 12 - Quiz

10. Verklaar het verdwijnen van muzik di zumbi
A
Het werd geexporteerd naar het buitenland
B
Jongeren leren het niet meer
C
Er wordt steeds minder in geesten geloofd
D
De instrumenten kunnen niet meer gemaakt worden

Slide 13 - Quiz

11. Noem een hedendaags muziek icoon

Slide 14 - Mind map

12. Geef een voorbeeld van creolisatie in de muziek

Slide 15 - Mind map

Inleiding
Moderne dans ontstond begin 20e eeuw als reactie op de klassieke dans. Kenmerken zijn natuurlijke lichaamshouding, bewegingen zoals lopen en springen, ademhaling als steun, en het gebruik van alledaagse kleding. Isadora Duncan, een belangrijke figuur in de moderne dans, zocht naar bewegingsvrijheid en uitdrukking door middel van alledaagse bewegingen. Ze danste op blote voeten en gebruikte eenvoudige toneelaankleding. Haar stijl was gepassioneerd en natuurlijk, en hoewel ze in Europa meer aanzien had dan in Amerika, had ze invloed op de abstracte muziekballetten.

Slide 16 - Slide

Cakewalk
De cakewalk ontstond tijdens de slaventijd als een parodie op Europese ballroomdansen. Slaven imiteerden en overdrijven de stijve dansbewegingen van hun slavenhouders, waarbij de winnaar een cake kon winnen. Na de afschaffing van de slavernij bleef de dans populair, ook in Minstrel Shows en danshallen in Europa. In 1903 werd de cakewalk in Buenos Aires geïntroduceerd samen met ragtimemuziek, die invloed had op de tango. Cakewalkmuziek werd in 2/4 maat geschreven en beïnvloedde muzikanten zoals John Sousa en Claude Debussy. Tegenwoordig vinden we de cakewalk terug op kermissen en fun fairs als een mechanische dansvorm.

Slide 17 - Slide

Les Ballets Russes 
In het begin van de 20e eeuw bracht Serge Diaghilev met Les Ballets Russes een belangrijke artistieke impuls aan het ballet. Het gezelschap onderscheidde zich door Russische volksdansachtige scènes, kleurrijke decors en spectaculaire choreografieën. Diaghilev omringde zich met getalenteerde mensen zoals Anna Pavlova, Vaslav Nijinsky, Igor Stravinsky en Pablo Picasso. 
Claude Debussy componeerde de muziek voor l'après midi dún faune, maar de muziek paste niet goed bij de energieke bewegingen van de choreografie. De exotische kostuums ontworpen door Léon Bakst en de controversiële choreografie van Nijinsky veroorzaakten veel ophef tijdens de première in Parijs. Ondanks de aanvankelijke afkeuring werd de voorstelling uiteindelijk populair.

Slide 18 - Slide

Le Sacre du Printemps 
De première van Le Sacre du Printemps veroorzaakte een enorme rel door de ongewone muziek van Stravinsky en de controversiële choreografie van Nijinsky. De muziek was ingewikkeld en onregelmatig, met veel nadruk op ritme en oude Russische volksmelodieën. De choreografie leek op oerdansen met veel stampen en zware bewegingen. Het publiek was woedend en de voorstelling werd tijdelijk onderbroken door de politie. In 1940 gebruikte Walt Disney de muziek voor zijn film Fantasia, wat ook voor Disney controversieel was.

Slide 19 - Slide

Oscar Schlemmer
Schlemmer deed analytisch onderzoek naar theaterdans en ontwikkelde kostuums die samen met de dansers een geheel vormden in het Triadische Ballet (1922). Zijn kostuums hadden geometrische vormen en zijn dansen omvatten ruimtedans, gebarendans, materiaaldans en performancedans, waarbij alledaagse bewegingen werden gebruikt.

Slide 20 - Slide

Jazzdans
Jazzdans, ontstaan uit Afrikaanse ritmes en bewegingen die slaven naar de VS brachten, heeft kenmerken zoals gerichtheid naar de aarde, isolaties en coördinaties, en ritmische, swingende bewegingen. Ondanks lange tijdsverboden voor slaven om eigen dansen uit te voeren, ontwikkelden zij nieuwe dans- en muziekvormen door de mix van Afrikaanse en Amerikaanse elementen.

Slide 21 - Slide

De ‘Ausdruckstanz’
Dans en psychoanalyse 
De “Uitdrukkingsdans” van Mary Wigman werd in de jaren twintig en dertig populair in Europa en later ook in Latijns-Amerika. Deze dans richtte zich op het uitdrukken van menselijke emoties en had invloed op expressionistische dansen.

Martha Graham, een pionier in moderne dans, integreerde psychoanalytische ideeën van Freud en Jung in haar werk. Haar techniek, gebaseerd op spanning en ontspanning, richtte zich op bewegingen vanuit het middenrif, ritme, en lichamelijk contact met de grond. Graham's expressieve stijl, met spiraalvormige bewegingen en symbolische worstelingen, werd een aanvulling op het academische ballet.

Slide 22 - Slide

Joséphine Baker 
Josephine Baker (1906-1975) was een Amerikaans-Franse danseres, zangeres en actrice. Na een moeilijke jeugd begon ze op vijftienjarige leeftijd bij Vaudeville en debuteerde ze op Broadway. Ze vergaarde bekendheid in Parijs met haar erotische dansen en iconische bananenrokje. In 1937 verkreeg ze de Franse nationaliteit en werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de Résistance, wat haar het Croix de Guerre opleverde. Na de oorlog zette ze zich in voor Afro-Amerikaanse rechten en weigerde op gesegregeerde locaties op te treden. In 1963 sprak ze tijdens de “March on Washington” met Martin Luther King. Baker beïnvloedde de beeldvorming van het Caribisch gebied en werd beroemd om haar exotische imago.

Slide 23 - Slide

Katherine Dunham
Katherine Dunham studeerde antropologie en dans, met een focus op Braziliaanse en Caribische dansen. Ze onderzocht Voodoorituelen in Haïti en promoveerde op de oorsprong van typische zwarte dansen zoals de cakewalk. Dunham probeerde stereotiepe opvattingen over zwarte dansers te doorbreken door te benadrukken dat hun bewegingen cultureel verworven waren en niet puur erfelijk. Ze benadrukte de combinatie van vrije expressie met gedisciplineerd vakmanschap en streefde naar internationale erkenning voor Afro-Amerikaanse dansers. Een van haar leerlingen was Julie Robinson, die later Harry Belafonte ontmoette via Dunhams dansgezelschap.

Slide 24 - Slide

Carmen Miranda 
Carmen Miranda, geboren als Maria do Carmo Miranda da Cunha in Portugal en verhuisd naar Brazilië, was een bekende zangeres en actrice. Ze werd beroemd door haar vernieuwende samba-techniek en haar rol als komische "Zuid-Amerikaanse" zangeres in Amerikaanse films. Ze droeg vaak een opvallend fruitdecor op haar hoofd en werd bekend als "the lady in the tutti-frutti hat." In Hollywood werd ze een exotische afleiding tijdens de oorlog, terwijl ze in Brazilië al een ster en pionier in de sambamuziek was.

Slide 25 - Slide

Caribische dans
Hiphop is tegenwoordig dominant in populaire dans, maar traditionele dansen zoals merengue, bachata, en tambú blijven populair, vooral in uitgaansgelegenheden.
De mambo, populair in Cuba in het begin van de 20e eeuw, werd via Harlem naar de VS gebracht en evolueerde tot salsa. De merengue uit de Dominicaanse Republiek en Haïti, en de bachata, die de merengue met bolero-stijl combineert, zijn andere belangrijke stijlen. De rumba werd steeds langzamer en sexier, terwijl de cha cha cha een mid-tempo dans is.

Slide 26 - Slide

Zouk
Zouk is een dansstijl en muziekgenre uit de Franse Caraïben, ontstaan in de jaren '80. Het is afgeleid van de Braziliaanse lambada en heeft invloeden van reggae, salsa en merengue. Zouk staat bekend om zijn sensuele, vloeiende bewegingen en ritmische eenvoud. Dansers volgen een vier-tellen ritme met een nauwe verbinding tussen partners, wat resulteert in een harmonieuze en intieme ervaring. De muziek heeft een langzame, ritmische beat die de expressieve dansbewegingen ondersteunt.

Slide 27 - Slide

Limbodans
Oorspronkelijk afkomstig uit de Afro-Caribische cultuur, werd het een bekend onderdeel van feestelijke vieringen. De dans heeft een rituele oorsprong, waarbij geloofd werd dat dansen onder een brandende stok de geest van een overledene zou helpen bij de overgang naar het hiernamaals. Kenmerkend voor de limbo is de manier waarop dansers onder een laag horizontaal geplaatste stok bewegen zonder deze te raken, terwijl ze hun lichaam in een gebogen houding houden. De dans vereist flexibiliteit, balans en behendigheid, en wordt vaak begeleid door ritmische calypso-muziek die de vrolijke en speelse sfeer van de performance versterkt.

Slide 28 - Slide

Tango
De tango is een sensuele en gepassioneerde dans die zijn oorsprong vindt in de 19e-eeuwse arbeiderswijken van Buenos Aires, Argentinië. Het genre ontstond uit een mengeling van Afrikaanse, Spaanse en Italiaanse invloeden en verspreidde zich later wereldwijd. Kenmerkend voor de tango zijn de strakke, elegante lijnen en de dramatische, vaak intieme interactie tussen de danspartners. De dans bevat snelle, ritmische stappen en staccato bewegingen, begeleid door melancholische en ritmische muziek met een kenmerkende vierkwartsmaat. De tango benadrukt zowel de technische precisie als de emotionele expressie, wat het tot een tijdloze en veelzijdige dansvorm maakt.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 31 - Mind map

Hoe was deze les voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll