Les 6 en 7: de passé composé

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Les objectifs (na deze unité kan je/ ken je / weet je):

• Franse woordenschat over multimedia / stukje Franse multimedia geschiedenis.
• Leren tellen tot 100.
• de onregelmatige werkwoorden kunnen en willen in 2 tijden (présent + passé-composé) gebruiken.
• Nog beter vertellen over iets uit het verleden. 
• Een aangifteformulier van diefstal invullen in het Frans.

• Répondre a des questions sur le passé-composé

                            grammaire

• Faire les exercices 16 A,B seul

                           grammaire

• Discuter des exercices 16 A,B en groupe

                           

• Corriger les exercice 16 A,B seul

Na deze les: - Kan je in het Frans vertellen over iets wat je in het verleden hebt meegemaakt. 

                     - Kan je in het Frans iets vragen over het verleden.  

Les questions:

1. Welke 2 onderdelen heb je nodig om de passé-composé te maken? 
2. Hoe maak je het voltooid deelwoord van een werkwoord op ER?
3. Wat is het voltooid deelwoord van être?
4. Wat is het voltooid deelwoord van avoir?
5. Wat is het voltooid deelwoord van faire?
6. Hoe vertaal je "ik heb gekeken" in het Frans?
7. Hoe vertaal je "ik ben geweest" in het Frans?

Les réponses:

1. Welke 2 onderdelen heb je nodig om de passé-composé te maken?         
2. Hoe maak je het voltooid deelwoord van een werkwoord op ER?             
3. Wat is het voltooid deelwoord van être?
4. Wat is het voltooid deelwoord van avoir?
5. Wat is het voltooid deelwoord van faire?
6. Hoe vertaal je "ik heb gekeken" in het Frans?
7. Hoe vertaal je "ik ben geweest" in het Frans?

• Een hulpwerkwoord (meestal "avoir" heel soms "être") en een voltooid deelwoord.

• Ik haal R weg en zet een accent op de "e" --> manger --> mangé 

• été 

• eu

• fait

• J'ai regardé

• J'ai été

• Répondre a des questions sur le passé-composé

                            grammaire

• Faire les exercices 16 C et D seul

                           grammaire

• Discuter des exercices 16 C et D en groupe

                           

• Corriger les exercice 16 C et D seul

Na deze les: - Kan je in het Frans vertellen over iets wat je in het verleden hebt meegemaakt. 

                     - Kan je in het Frans iets vragen over het verleden.  

Welke antwoord is: ik heb gegeten

1. je mange
2. je vais manger
3. j'ai mangé
4. je suis mangé

Wat is juist voor: ik heb bezocht

1. j'ai visité
2. je suis visité
3. je visité
4. je visite

Wat is het voltooid deelwoord van "prendre"?

1. pris
2. prené
3. pu
4. voulu

Vertaal: Hij heeft gedaan

1. Il a fairé
2. Il a fait
3. Ils ont faire
4. Il est fait

Vertaal: Ik heb gespeeld

1. J'ai jouer
2. J'ai joue
3. Je suis joué
4. J'ai joué

Passé Composé: Ik ben geweest

1. Je suis être
2. Je suis êté
3. J'ai été
4. J'ai être

Wat is het voltooid deelwoord van VOULOIR?

1. vu
2. voulu
3. pu
4. vouloiré

Wat is de passé composé?

1. De tegenwoordige tijd (ik dans)
2. De verleden tijd (ik danste)
3. De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
4. De onvoltooid verleden tijd (ik danste)

Welke is GEEN Passé Composé?

1. il parle
2. ils ont parlé
3. j'ai parlé
4. nous avons parlé

Wat is de passé composé van POUVOIR?

1. tu as pu
2. tu as peux
3. nous avons peux
4. elle a eu

Wat is de PASSÉ COMPOSÉ van
'Je parle'?

1. J'ai parlé
2. J'ai parlu
3. Je parlé
4. Je parlu