Les 13 Leenwoorden

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen

Slide 9 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
piano
D
raam

Slide 10 - Quiz

Welk woord is géén leenwoord?
A
café
B
visite
C
graag
D
bureau

Slide 11 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord 'laptop'?
A
Frans
B
Duits
C
Chinees
D
Engels

Slide 12 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord 'piano'?
A
Italiaans
B
Engels
C
Duits
D
Chinees

Slide 13 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord 'mammoet'?
A
Italiaans
B
Russisch
C
Turks
D
Duits

Slide 14 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord 'sushi'?
A
Chinees
B
Japans
C
Koreaans
D
Engels

Slide 15 - Quiz

Uit welk land komt het leenwoord 'playbacken'?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Italiaans

Slide 16 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
bungalow
B
bengalow
C
bungalou
D
bungaloo

Slide 17 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
spaghetti
B
spagheti
C
spagghetti
D
spagetti

Slide 18 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
militeir
B
millitair
C
milliteir
D
militair

Slide 19 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
aspegers
B
asperges
C
asspergers
D
asperjes

Slide 20 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
cowboy
B
kowboy
C
cowboi
D
kowboi

Slide 21 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
klauwn
B
klown
C
clown
D
clauwn

Slide 22 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
carravan
B
caravan
C
karavan
D
karravan

Slide 23 - Quiz

Welk leenwoord is goed geschreven?
A
barbeque
B
barbequew
C
barbeceu
D
barbecue

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide