klas 1 A/AH Kapitel 4 Tiere

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Kapitel 4 Tiere

Lernziel: Je kunt dieren beschrijven

je kunt over je huisdier of lievelingsdier vertellen

A. Sehen: je kunt een reportage over dieren begrijpen

B. Wortschatz: Je kunt de woorden van de Lernliste N/D actief gebruiken

D.  Lesen: Je kunt eenvoudige teksten over dieren begrijpen

Welche Tiere kennst du auf Deutsch?

E. Grammatik

Heute lernen wir wie die deutschen Verben (werkwoorden) funktionieren:

spielen, heißen, reden, antworten sind Verben

wat is de du vorm van spielen?

1. du spiele
2. du spielest
3. du spielt
4. du spielst

spielen is een standaard werkwoord 

De stam vind je door en of n weg te halen

spiel-

uitgang bij de du-vorm is + st

dus du  spielst

Wat is de du vorm van heißen?

1. du heißest
2. du heißt
3. du heißet
4. du heiß

heißen is een werkwoord met sisklank (s, ss, ß, x, z) in de stam

de stam is heiß-en

omdat de stam op een s klank eindigt, voegen we geen tweede -s  toe

maar alleen een -t

dus du heißt

wat is de du vorm van antworten?

1. du antwortet
2. du antwortenest
3. du antwortest
4. du antwortst

de stam van antworten eindigt  op een -t: antworten

antwort-

uitgang bij du is + st

(weet je nog -e/st/t/en/t/en)

maar

anwortst is niet uit te spreken dus er komt een extra e na de stam dus  du antwortest

welke werkwoorden uit je lijst op blz 132 hebben een sisklank in de stam?

welke werkwoorden uit je Lernliste op blz 132 hebben ook de stam op d of op t?

Welke 3 groepen werkwoorden hebben we besproken?

An die Arbeit!

Jetzt machst du die Aufgaben 19 bis 22 in deinem Buch auf Seite 115