Taal JK online college 3: quiz deelvaardigheden
De leerkracht zegt:
"Ga staan als je een woord hoort met de p: pop – bal – trap – prik – dak – appel"
"Ga staan als je een woord hoort met de p: pop – bal – trap – prik – dak – appel"
1 / 11
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
De leerkracht zegt:
"Ga staan als je een woord hoort met de p: pop – bal – trap – prik – dak – appel"
"Ga staan als je een woord hoort met de p: pop – bal – trap – prik – dak – appel"
Slide 1 - Open question
Slide 2 - Slide
Welk woord laat ik zien?
(de leerkracht laat letter voor letter
zien met de structureerstrook)
(de leerkracht laat letter voor letter
zien met de structureerstrook)
Slide 3 - Open question
De leerkracht zegt:
"Kun je doen wat de robot zegt?
Hij zegt: p-a-k ee-n b-oe-k"
"Kun je doen wat de robot zegt?
Hij zegt: p-a-k ee-n b-oe-k"
Slide 4 - Open question
De leerkracht zegt:
"Simsalabim ik tover de rrrr weg!
We hadden een drrrruif,
wat hebben we nu?
Wat krijg je als je bij het woord 'druif'
de rrr weglaat?"
"Simsalabim ik tover de rrrr weg!
We hadden een drrrruif,
wat hebben we nu?
Wat krijg je als je bij het woord 'druif'
de rrr weglaat?"
Slide 5 - Open question
De leerkracht vraagt:
"Kun je me de eerste letter van het tweede woord aanwijzen?"
"Kun je me de eerste letter van het tweede woord aanwijzen?"
Slide 6 - Open question
"Hoor je de k vooraan of achteraan?
Wijs naar links voor vooraan (leesrichting) en rechts voor achteraan:
bak – tik – kip – kat"
Wijs naar links voor vooraan (leesrichting) en rechts voor achteraan:
bak – tik – kip – kat"
Slide 7 - Open question
De leerkracht vraagt:
"Welk woord is langer:
boom of bloemetje?"
"Welk woord is langer:
boom of bloemetje?"
Slide 8 - Open question
"Geef een applaus als de woorden rijmen: room-rook,
bon-zon,
bak-bad,
klap-stap"
bon-zon,
bak-bad,
klap-stap"
Slide 9 - Open question
"Kun je zien of er iets hetzelfde is
in deze woorden?"
(de leerkracht schrijft op het bord:
koop – prik)
in deze woorden?"
(de leerkracht schrijft op het bord:
koop – prik)
Slide 10 - Open question
De leerkracht zegt:
"Hak de volgende woorden
in klankgroepen:
klapstoel, bloempot, keukentafel"
"Hak de volgende woorden
in klankgroepen:
klapstoel, bloempot, keukentafel"
