This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Puberpanel: Puberteit
Hoe lang duurt de puberteit?
Deel 1
Slide 1 - Slide
Puberpanel: Puberteit
Hoe komt het dat je onzeker wordt in de puberteit?
Slide 2 - Slide
Puberpanel: Puberteit
Hoe weet je of je in je puberteit bent?
Slide 3 - Slide
Puberpanel: Puberteit
Zijn er mensen die niet in hun puberteit komen?
Slide 4 - Slide
Puberpanel: Puberteit
Hoe weet je of je een erge puber bent of niet?
Slide 5 - Slide
Puberpanel: Puberteit
Hoe lastig vinden ouders het dat je aan het puberen bent?
Slide 6 - Slide
W2 P4
het vrouwelijke geslachtsorgaan/ voortplantingsorgaan
Deel 2
Slide 7 - Slide
Succescriterium:
Je kan de onderdelen en de functie van het vrouwelijke geslachtsorgaan opnoemen en uitleggen
Succescriterium:
Ik ken de ligging en de functie van de organen van het vrouwelijke voortplantingsstelsel.
A: Ik ken de 7 vrouwelijke voortplantingsorganen. Ik kan deze aanduiden op een figuur. Ik geef van elk de functie.
B: Ik ken 5 van de 7 vrouwelijke voortplantingsorganen. Ik kan deze aanduiden op een figuur. Ik geef van 5 van de 7 de functie.
C: Ik ken minder dan 5 van de 7 vrouwelijke voortplantingsorganen. Ik kan deze aanduiden op een figuur. Ik geef van minder dan 5 van de 7 de functie.
Slide 8 - Slide
Welke woorden ken je voor het vrouwelijke geslachtsorgaan?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
wat zijn hormonen?
Hormonen zijn stofjes die je lichaam zelf aanmaakt om andere organen en weefsels aan het werk te zetten of af te remmen. Deze stofjes worden via je bloed vervoerd.
Geslachtshormonen zijn:
- testosteron (man)
- oestrogeen & progesteron (vrouw)
Slide 11 - Slide
Wat is de functie van de eileider?
A
De rijpe eicel opvangen
B
De rijpe eicel transporteren
C
de eicellen laten rijpen
D
de eicel laten innestelen
Slide 12 - Quiz
Waar wordt een eicel bevrucht?
A
in de vagina
B
in de baarmoeder
C
in de eileider
D
in de eierstok
Slide 13 - Quiz
Waar gebeurt de innesteling van een bevruchte eicel?
A
in de baarmoeder
B
in de eileider
C
in de vagina
D
in de eierstok
Slide 14 - Quiz
Wat zijn hormonen?
A
Sap uit een klier in de hersenen.
B
Enzymen in het bloed die organen helpen.
C
Stoffen die een boodschap sturen.
Slide 15 - Quiz
Vrouwen
zaadcellen
zaadleider
prostaat&zaadblaasjes
vruchtbaar?
vooraanzicht zijaanzicht
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
vagina in rust
vagina en clitoris tijdens seksuele opwinding
Slide 18 - Slide
Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoederwand
Slide 19 - Drag question
Eierstokken
De eierstokken maken vanaf de puberteit tot aan de overgang iedere maand een eicel.
Daarnaast produceren ze ook de vrouwelijke geslachtshormonen.
De eicel komt vrij tijdens de eisprong (ovulatie).
Slide 20 - Slide
Hoeveel schaamlippen heeft een vagina?
Slide 21 - Open question
Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, urinebuis, vagina
B
vagina, anus, clitoris, urinebuis
C
urinebuis, clitoris, vagina, anus
D
clitoris, urinebuis, vagina, anus
Slide 22 - Quiz
Wat klopt NIET over de vagina?
A
Door de vagina wordt een kindje geboren.
B
De vagina is heel rekbaar.
C
De vagina is de plek waar ook urine door naar buiten komt.
Slide 23 - Quiz
Hygiëne: de schaamstreek bij de vrouw was je het best met...