Les 3.5 Het voltooid deelwoord

Nederlands periode 3
Les 5
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands periode 3
Les 5

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vorige lessen:
  • Tekstopbouw en samenhang
  • Spelling verleden tijd

Vandaag: spelling van de voltooide tijd
Volgende keer: spelling 'Engelse' werkwoord in het Nederlands

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Geef het voltooid deelwoord van dweilen
A
gedweild
B
gedweilt

Slide 13 - Quiz

De man is gisteren (trouwen)
A
getrouwdt
B
getrouwt
C
getrouwtd
D
getrouwd

Slide 14 - Quiz

We hebben feest (vieren)
A
gevierd
B
gevierdt
C
geviert

Slide 15 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van
'proeven'
(zit de letter 'v' in 't kofschip?)
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 16 - Quiz

Ik heb mijn huis (verven)
A
geverfd
B
ververvd
C
geverft
D
gevervdt

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hij (beleven) altijd wat.
A
beleeft
B
beleefd

Slide 20 - Quiz

We zijn gisteren (verhuizen).
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 21 - Quiz

Is dat echt (gebeuren)?
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 22 - Quiz

Opa heeft vroeger veel (beleven).
A
beleeft
B
beleefd

Slide 23 - Quiz

Ik weet niet waarom dit (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide